Enneagram en geestkunde type 2
Op www.geestkunde.net staat mooie informatie over verdieping. Ook het boek Geestkunde van Freek van Leeuwen is een verdiepingsslag voor mensen die naar de essentie willen. Hier een korte omschrijving van het type volgens Freek van Leeuwen.
Twee: het uitgekeerde voelen (het op anderen gerichte voelen)
Tweeën zetten hun vermogens in voor de behoeften van anderen en dragen zorg voor hen. Zij geven anderen een zodanig gevoel aanvaard en gewaardeerd te worden, dat dat hen kan helpen in hun eigenwaarde te geloven. Zij kunnen gul delen en alles weggeven, zelfs tot eigen nadeel.
De naastenliefde en aanwezigheid van tweeën hebben echter ook nadelen, die niet zo makkelijk te herkennen zijn. Zij zijn behaagziek en hebben voor zichzelf overdreven veel bevestiging nodig. Tweeën hebben vaak het gevoel in de jeugd geborgenheid te hebben gemist.
Tweeën hebben het gevoel iets nuttigs te moeten doen om aandacht en liefde te krijgen. Zij hebben de goede bedoeling om lief en behulpzaam te zijn en zijn ervan overtuigd, dat ook te zijn. Tweeën kunnen zijn als een moeder, die haar kinderen als een kloek beschermt en ervoor zorgt, dat ze van haar afhankelijk zijn. Eerst worden anderen door tweeën met zorgen omringd en verwend, zonder dat ze erom hebben gevraagd. Als de anderen dat als benauwend gaan ervaren en zich terugtrekken i.p.v. deze liefde te beantwoorden, voelen tweeën zich bedrogen en uitgebuit.
Tweeën willen graag dienstbaar zijn. Tweeën zorgen op aandoenlijke wijze voor anderen en dienen hen met hart en ziel, maar tevens worden zij op die manier overheerst en geregeerd. Tweeën letten voortdurend op de gevoelssfeer bij ontmoetingen, omdat ze hun zelfgevoel stoelen op hoe anderen hen gezind zijn. Hun stemming is afhankelijk van de gevoelsuitingen van anderen. Daarom treden tweeën op, alsof de wereld een toneel is. Ze doen alles om de aandacht naar zich toe te trekken. Zij zijn van buiten geleide mensen, wier welbevinden afhangt van de houding van de omgeving.
Tweeën zijn snel aangedaan omdat ze gevoelig zijn. Zij vrijen en knuffelen graag, praten graag over verhoudingen en liefde. Zij verlangen ernaar te beminnen en bemind te worden en voor de geliefde te mogen leven. Zij zorgen ervoor dat het maatschappelijke leven in stand wordt gehouden door zich voor anderen op te offeren. Maar ze moeten de neiging weerstaan zichzelf op te blazen tot heiligen.
Onontwikkelde tweeën kampen met hun zelfbeeld. Zij veranderen voortdurend om te voldoen aan de behoeften van de aanwezige persoon. Zij zijn daarom het liefst maar met één persoon samen. Ze komen a.h.w. door de ander tot leven. Als er meer mensen aanwezig zijn, weten ze echter niet, welk gezicht ze moeten laten zien.
Tweeën hebben een grote kennissenkring en zijn geneigd anderen al snel vrienden te noemen. Ze waken vol afgunst over hun persoonlijke verhoudingen en willen het liefst voor al hun vrienden belangrijk zijn. Ze zijn er trots op dat zoveel mensen hun hart bij hen komen uitstorten en kunnen het leed van anderen bijna lichamelijk meevoelen. Ze hebben de neiging te vlug goede raad te geven en veelbelovende oplossingen aan te dragen.
Tweeën helpen voortdurend anderen en ontwijken zichzelf. Het zelfgevoel van tweeën ligt a.h.w. in de wensen en behoeften van anderen, dus buiten zichzelf. Dat leidt ertoe, dat hun eigen gevoelsleven vaak nogal chaotisch is. Onontwikkelde tweeën vinden het moeilijk om hun eigen middenweg te vinden. Als ze alleen zijn komen de muren op hen af. Ze durven niet in stilte te bidden omdat er dan geen mens is die hen bevestigt en omdat ze vrezen in zichzelf niets anders te vinden dan een zwart gat.
Tweeën hebben de neiging anderen te verleiden. Vooral de hulpeloosheid en afhankelijkheid van kinderen kan tweeën aantrekken. Het hulpeloze kind wordt dan een plaatsvervangend voorwerp voor hun eigen behoeften. Op dit voorwerp richten ze dan al die liefde, waarnaar ze zelf verlangen, maar die ze niet kunnen krijgen. Op die wijze houden ze alleen van zichzelf. Hun schijnbare altruïsme is een aanvaarde vorm om zich aan hun egoïsme over te geven. Ze geven anderen datgene, wat ze zelf wensen. Doordat er in hen een verwaarloosd kind zit, raakt de nood van verlaten kinderen hen in het bijzonder.
Binnen een verhouding kunnen tweeën erg overheersen. Soms wordt een partner gezocht die zwak en afhankelijk is, bijvoorbeeld een verslaafde, waardoor wederzijdse afhankelijkheid ontstaat. Zij helpt hem, verdraagt hem en vergeeft alles; wat vergif voor hem is, omdat het hem toestaat op dezelfde voet verder te gaan. Onbewust is dat juist weer haar doel.
Worden onontwikkelde tweeën gekwetst, dan kunnen ze plotseling in staat zijn juist die mensen vreselijk te krenken, waar ze zogenaamd het meest van houden.
Tweeën hebben een levendige belangstelling voor de moeilijkheden van anderen en verwachten, dat ze zonder meer in vertrouwen worden genomen. Aan de andere kant vinden ze het moeilijk om zichzelf bloot te geven. Ze schamen zich om hun eigen behoefte aan hulp te tonen.
Scherpe of rechtstreekse kritiek kunnen tweeën helemaal van haar stuk brengen.
In de groep van het type twee komen meer vrouwen voor dan mannen.
De wortelzonde van tweeën is trots. In de trots uit zich een opgeblazen zelf. Hun trots verhindert ook het inzicht dat dit hun wortelzonde is. Tweeën moeten eraan werken een 'objectief oordelende, innerlijke waarnemer' (ingek. denken) in zichzelf te ontwikkelen.
Tweeën vinden het ook moeilijk een hartelijke verhouding met God op te bouwen. Ze hebben God niet zo nodig, omdat ze zelf sterk zijn. Ze zijn er eerder van overtuigd, dat God hen nodig heeft. De trots van een in zichzelf gevangen twee richt zich niet alleen tegen hulpbehoevende medemensen, maar ook tegen God. Tweeën verwachten van anderen, ook van God, dankbaarheid.
Tweeën onderdrukken hun eigen behoeften en dragen die op anderen over. In feite doen tweeën de hele tijd: "Alles, wat u wilt dat de mensen u doen, doe dat ook voor hen".
De behoeften van tweeën zijn van gevoelsmatige aard: tederheid, genegenheid. Veel tweeën hebben gewichtsmoeilijkheden omdat ze door overmatig te eten hun verdriet over onbeantwoorde liefde verwerken.
De valkuil van onontwikkelde tweeën is de gedienstigheid, zij verloochenen zichzelf om bij anderen in de smaak te vallen. Zij schamen zich zo voor hun eigen behoeften, dat zij anderen van zich afhankelijk moeten maken om een zeker gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen. Daardoor kunnen ze een onafhankelijkheid ontwikkelen waardoor ze plotseling kunnen doorschieten naar het andere uiterste, hun vrijheid gaan verdedigen en hun onafhankelijkheid gaan bewijzen.
Tweeën kunnen niet nee zeggen en dat veroorzaakt moeilijkheden omdat ze meer beloven dan ze waar kunnen maken.
Onontwikkelde tweeën worden beheerst door de dwang 'dienstbaar' te zijn, hetzij aan de armen van de wereld, hetzij aan een belangrijke persoonlijkheid. Onontwikkelde tweeën dringen zich met hun liefde op. De verlatingsangst van tweeën zorgt ervoor, dat mensen die hun dierbaar zijn aan onzichtbare draden hangen.
De vrucht van de geest is de deemoed (? Deemoed betekent: dienstmoedigheid. Beter is: bescheidenheid)
De levenstaak van tweeën is een zekere mate van zakelijkheid te verwerven (denken). Zij hebben objectiviteit nodig en een plek waar ze met zichzelf alleen kunnen zijn om met zichzelf vriendschap te kunnen sluiten en te kunnen nadenken (het ingekeerde denken).
Tweeën moeten voor twee dingen op hun hoede zijn: schaamte en iemand de schuld willen geven. Zodra ze het gevoel hebben dat ze tekort komen, hebben ze een zondebok nodig. Je kunt het zwaar te verduren krijgen wanneer je de haat van tweeën opwekt. Hun haat kan even intens zijn als hun liefde. Als ze haten worden ze wreed en meedogenloos, tegenover zichzelf en anderen.
Ontwikkelde tweeën zijn tot echte liefde in staat en zijn een geweldige vriend.
Onontwikkelde tweeën maken zich onmisbaar en willen dat anderen bij hen in het krijt staan. In hen leeft veel boosheid, die door hen niet als zodanig wordt herkend, omdat hun medemensen en God zo ondankbaar zijn. Doorgaans zijn deze tweeën lief om geen liefde te verliezen. De haat en bitterheid tegenover mensen die hun liefde niet passend hebben beantwoord, kan bovenmatig zijn.
Tweeën die zich ontwikkelen geven de dwanggedachte op dat zij het iedereen naar de zin moet maken en de wereld moeten redden. Ook van hun overdreven zelfbeeld: "Ik ben de liefde in eigen persoon" kan eindelijk het betrekkelijke worden ingezien.
Ontwikkelde tweeën gaan hun krachten ook voor zichzelf gebruiken en niet alleen om daarmee voor anderen iets goed te doen. De liefde van ontwikkelde tweeën is niet meer opdringerig en berekenend, maar geeft de geliefde mens de ruimte voor zijn eigen ontwikkeling. Zij kunnen blij zijn met kleine blijken van genegenheid en stellen zichzelf en anderen geen hoge eisen meer met overtrokken verwachtingen. Wanneer zij goed doen, dan hebben zij vooral de mens op het oog die hulp nodig heeft en niet meer de te verwachten dank.
Twee: het uitgekeerde voelen (het op anderen gerichte voelen)
Tweeën zetten hun vermogens in voor de behoeften van anderen en dragen zorg voor hen. Zij geven anderen een zodanig gevoel aanvaard en gewaardeerd te worden, dat dat hen kan helpen in hun eigenwaarde te geloven. Zij kunnen gul delen en alles weggeven, zelfs tot eigen nadeel.
De naastenliefde en aanwezigheid van tweeën hebben echter ook nadelen, die niet zo makkelijk te herkennen zijn. Zij zijn behaagziek en hebben voor zichzelf overdreven veel bevestiging nodig. Tweeën hebben vaak het gevoel in de jeugd geborgenheid te hebben gemist.
Tweeën hebben het gevoel iets nuttigs te moeten doen om aandacht en liefde te krijgen. Zij hebben de goede bedoeling om lief en behulpzaam te zijn en zijn ervan overtuigd, dat ook te zijn. Tweeën kunnen zijn als een moeder, die haar kinderen als een kloek beschermt en ervoor zorgt, dat ze van haar afhankelijk zijn. Eerst worden anderen door tweeën met zorgen omringd en verwend, zonder dat ze erom hebben gevraagd. Als de anderen dat als benauwend gaan ervaren en zich terugtrekken i.p.v. deze liefde te beantwoorden, voelen tweeën zich bedrogen en uitgebuit.
Tweeën willen graag dienstbaar zijn. Tweeën zorgen op aandoenlijke wijze voor anderen en dienen hen met hart en ziel, maar tevens worden zij op die manier overheerst en geregeerd. Tweeën letten voortdurend op de gevoelssfeer bij ontmoetingen, omdat ze hun zelfgevoel stoelen op hoe anderen hen gezind zijn. Hun stemming is afhankelijk van de gevoelsuitingen van anderen. Daarom treden tweeën op, alsof de wereld een toneel is. Ze doen alles om de aandacht naar zich toe te trekken. Zij zijn van buiten geleide mensen, wier welbevinden afhangt van de houding van de omgeving.
Tweeën zijn snel aangedaan omdat ze gevoelig zijn. Zij vrijen en knuffelen graag, praten graag over verhoudingen en liefde. Zij verlangen ernaar te beminnen en bemind te worden en voor de geliefde te mogen leven. Zij zorgen ervoor dat het maatschappelijke leven in stand wordt gehouden door zich voor anderen op te offeren. Maar ze moeten de neiging weerstaan zichzelf op te blazen tot heiligen.
Onontwikkelde tweeën kampen met hun zelfbeeld. Zij veranderen voortdurend om te voldoen aan de behoeften van de aanwezige persoon. Zij zijn daarom het liefst maar met één persoon samen. Ze komen a.h.w. door de ander tot leven. Als er meer mensen aanwezig zijn, weten ze echter niet, welk gezicht ze moeten laten zien.
Tweeën hebben een grote kennissenkring en zijn geneigd anderen al snel vrienden te noemen. Ze waken vol afgunst over hun persoonlijke verhoudingen en willen het liefst voor al hun vrienden belangrijk zijn. Ze zijn er trots op dat zoveel mensen hun hart bij hen komen uitstorten en kunnen het leed van anderen bijna lichamelijk meevoelen. Ze hebben de neiging te vlug goede raad te geven en veelbelovende oplossingen aan te dragen.
Tweeën helpen voortdurend anderen en ontwijken zichzelf. Het zelfgevoel van tweeën ligt a.h.w. in de wensen en behoeften van anderen, dus buiten zichzelf. Dat leidt ertoe, dat hun eigen gevoelsleven vaak nogal chaotisch is. Onontwikkelde tweeën vinden het moeilijk om hun eigen middenweg te vinden. Als ze alleen zijn komen de muren op hen af. Ze durven niet in stilte te bidden omdat er dan geen mens is die hen bevestigt en omdat ze vrezen in zichzelf niets anders te vinden dan een zwart gat.
Tweeën hebben de neiging anderen te verleiden. Vooral de hulpeloosheid en afhankelijkheid van kinderen kan tweeën aantrekken. Het hulpeloze kind wordt dan een plaatsvervangend voorwerp voor hun eigen behoeften. Op dit voorwerp richten ze dan al die liefde, waarnaar ze zelf verlangen, maar die ze niet kunnen krijgen. Op die wijze houden ze alleen van zichzelf. Hun schijnbare altruïsme is een aanvaarde vorm om zich aan hun egoïsme over te geven. Ze geven anderen datgene, wat ze zelf wensen. Doordat er in hen een verwaarloosd kind zit, raakt de nood van verlaten kinderen hen in het bijzonder.
Binnen een verhouding kunnen tweeën erg overheersen. Soms wordt een partner gezocht die zwak en afhankelijk is, bijvoorbeeld een verslaafde, waardoor wederzijdse afhankelijkheid ontstaat. Zij helpt hem, verdraagt hem en vergeeft alles; wat vergif voor hem is, omdat het hem toestaat op dezelfde voet verder te gaan. Onbewust is dat juist weer haar doel.
Worden onontwikkelde tweeën gekwetst, dan kunnen ze plotseling in staat zijn juist die mensen vreselijk te krenken, waar ze zogenaamd het meest van houden.
Tweeën hebben een levendige belangstelling voor de moeilijkheden van anderen en verwachten, dat ze zonder meer in vertrouwen worden genomen. Aan de andere kant vinden ze het moeilijk om zichzelf bloot te geven. Ze schamen zich om hun eigen behoefte aan hulp te tonen.
Scherpe of rechtstreekse kritiek kunnen tweeën helemaal van haar stuk brengen.
In de groep van het type twee komen meer vrouwen voor dan mannen.
De wortelzonde van tweeën is trots. In de trots uit zich een opgeblazen zelf. Hun trots verhindert ook het inzicht dat dit hun wortelzonde is. Tweeën moeten eraan werken een 'objectief oordelende, innerlijke waarnemer' (ingek. denken) in zichzelf te ontwikkelen.
Tweeën vinden het ook moeilijk een hartelijke verhouding met God op te bouwen. Ze hebben God niet zo nodig, omdat ze zelf sterk zijn. Ze zijn er eerder van overtuigd, dat God hen nodig heeft. De trots van een in zichzelf gevangen twee richt zich niet alleen tegen hulpbehoevende medemensen, maar ook tegen God. Tweeën verwachten van anderen, ook van God, dankbaarheid.
Tweeën onderdrukken hun eigen behoeften en dragen die op anderen over. In feite doen tweeën de hele tijd: "Alles, wat u wilt dat de mensen u doen, doe dat ook voor hen".
De behoeften van tweeën zijn van gevoelsmatige aard: tederheid, genegenheid. Veel tweeën hebben gewichtsmoeilijkheden omdat ze door overmatig te eten hun verdriet over onbeantwoorde liefde verwerken.
De valkuil van onontwikkelde tweeën is de gedienstigheid, zij verloochenen zichzelf om bij anderen in de smaak te vallen. Zij schamen zich zo voor hun eigen behoeften, dat zij anderen van zich afhankelijk moeten maken om een zeker gevoel van eigenwaarde te ontwikkelen. Daardoor kunnen ze een onafhankelijkheid ontwikkelen waardoor ze plotseling kunnen doorschieten naar het andere uiterste, hun vrijheid gaan verdedigen en hun onafhankelijkheid gaan bewijzen.
Tweeën kunnen niet nee zeggen en dat veroorzaakt moeilijkheden omdat ze meer beloven dan ze waar kunnen maken.
Onontwikkelde tweeën worden beheerst door de dwang 'dienstbaar' te zijn, hetzij aan de armen van de wereld, hetzij aan een belangrijke persoonlijkheid. Onontwikkelde tweeën dringen zich met hun liefde op. De verlatingsangst van tweeën zorgt ervoor, dat mensen die hun dierbaar zijn aan onzichtbare draden hangen.
De vrucht van de geest is de deemoed (? Deemoed betekent: dienstmoedigheid. Beter is: bescheidenheid)
De levenstaak van tweeën is een zekere mate van zakelijkheid te verwerven (denken). Zij hebben objectiviteit nodig en een plek waar ze met zichzelf alleen kunnen zijn om met zichzelf vriendschap te kunnen sluiten en te kunnen nadenken (het ingekeerde denken).
Tweeën moeten voor twee dingen op hun hoede zijn: schaamte en iemand de schuld willen geven. Zodra ze het gevoel hebben dat ze tekort komen, hebben ze een zondebok nodig. Je kunt het zwaar te verduren krijgen wanneer je de haat van tweeën opwekt. Hun haat kan even intens zijn als hun liefde. Als ze haten worden ze wreed en meedogenloos, tegenover zichzelf en anderen.
Ontwikkelde tweeën zijn tot echte liefde in staat en zijn een geweldige vriend.
Onontwikkelde tweeën maken zich onmisbaar en willen dat anderen bij hen in het krijt staan. In hen leeft veel boosheid, die door hen niet als zodanig wordt herkend, omdat hun medemensen en God zo ondankbaar zijn. Doorgaans zijn deze tweeën lief om geen liefde te verliezen. De haat en bitterheid tegenover mensen die hun liefde niet passend hebben beantwoord, kan bovenmatig zijn.
Tweeën die zich ontwikkelen geven de dwanggedachte op dat zij het iedereen naar de zin moet maken en de wereld moeten redden. Ook van hun overdreven zelfbeeld: "Ik ben de liefde in eigen persoon" kan eindelijk het betrekkelijke worden ingezien.
Ontwikkelde tweeën gaan hun krachten ook voor zichzelf gebruiken en niet alleen om daarmee voor anderen iets goed te doen. De liefde van ontwikkelde tweeën is niet meer opdringerig en berekenend, maar geeft de geliefde mens de ruimte voor zijn eigen ontwikkeling. Zij kunnen blij zijn met kleine blijken van genegenheid en stellen zichzelf en anderen geen hoge eisen meer met overtrokken verwachtingen. Wanneer zij goed doen, dan hebben zij vooral de mens op het oog die hulp nodig heeft en niet meer de te verwachten dank.