Subtypen van enneagramtype 4 op basis van instincten
Izacho beschreef nog een andere vorm van subtypen, gebaseerd op drie primaire instincten van het menselijke gedrag:
Technisch gesproken vormen ze geen subtype. Een subtype staat, per definitie, in een afhankelijkheidsrelatie tot een type.
We zouden bij wijze van spreke mensen kunnen indelen in drie instincten zonder verder het enneagram te benoemen. In combinatie echter met de enneagramtypen levert het een mooie omschrijving op die we dan wel subtypen noemen.
DE SUBTYPEN
In een-op-een relaties wordt nijd omgezet in rivaliteit
Rivaliteit geeft een krachtige energie die door de depressie en het voortdurende gepeins over verlies heen breekt. Het is een ‘Ik zal je eens wat laten zien’ stroom van vastberadenheid die bergen kan verzetten. Rivaliteit uit zich op twee manieren; enerzijds door te wedijveren om goedkeuring (“Ik stijg in waarde als ik speciale aandacht krijg”) en anderzijds door te wedijveren met mensen die de erkenning claimen die ze zelf willen krijgen (“Ik voel me meer waard als jij je minder waard voelt”). Rivaliseren met concurrenten kan overgaan in haat. Door aan hun waarde afbreuk te doen, vermindert hun nijd.
Dit subtype rivaliseert gewoonlijk niet met vrienden, maar kan erg vijandig zijn tegen mensen uit hun branche of tegen een kameraad die hem of haar afwijst. Ze zijn vooral geneigd tot nijd wanneer hun rivalen succesvol worden of als een ex-partner een nieuwe relatie begint.
In sociale situaties leidt nijd tot schaamte
Schaamte komt voort uit een gevoel van minderwaardigheid. Vieren schamen zich als ze niet voldoen. In sociale situaties treedt nijd op als ze zich afmeten aan de prestaties van anderen. Het geringe gevoel van eigenwaarde komt vaak voort uit reële verlieservaringen die de illusie in stand houden dat anderen genieten van dingen die in hun leven ontbreken.
Vieren gruwen bij het idee afgewezen te worden als hun fatale zwakke plek ontdekt wordt. Vieren willen zich voor doordringende ogen verstoppen en ontmoetingen, waar hun ontoereikendheid aan het licht zou kunnen komen, ontwijken. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor geringschatting en hebben parallel hieraan een verlangen naar erkenning. Ze ervaren het als zeer pijnlijk als men hen over het hoofd ziet of, erger nog, als ze de namen horen van de mensen die wel zijn uitgenodigd. Ze dikken hun imago aan om zich te beschermen. Ze worden lid van een elitegezelschap, hebben een unieke zelfpresentatie, dossen zich aantrekkelijk uit, of stellen zich wat gereserveerd op, boven de grijze massa.
Als het gaat om zelfbehoud wordt nijd omgezet in onbevreesdheid (roekeloosheid)
Roekeloos leven wordt aantrekkelijk op momenten dat Vieren de droefenis van hun omstandigheden ervaren. Waarom zouden ze de gevaren in het leven serieus nemen nu ze eenmaal bekneld zijn geraakt tussen hoop en wanhoop? Het onbevreesde karakter aanvaardt het voorbestemd zijn om in de steek gelaten te worden en heeft een zekere suïcidale kant. De innerlijke crisis die voortkomt uit de cyclus wensen-verwerven-teleurstelling-afwijzing geeft gewone gebeurtenissen een buitengewone kracht. Door zich over te geven aan levensgevaarlijke ondernemingen ontkomen ze aan het saaie automatisme van het leven. Als ze zich in het diepe storten krijgt het leven dat anders doorsnee en afgezaagd zou zijn, weer betekenis en intensiteit.
Als hun dromen zijn uitgekomen en hun ontevredenheid weer opkomt, hebben Vieren de neiging om hun basis van veiligheid weer te verwoesten. Het verwerven en verspelen van geluk blijft zich herhalen. Minnaars worden verleid, afgewezen en weer omarmd. Wanneer zelfbehoudende Vieren krijgen wat ze willen, verwoesten ze het en vervolgens verlangen ze er weer naar.
- het zelbehoudende instinct
- het sociale instinct
- het seksuele instinct
Technisch gesproken vormen ze geen subtype. Een subtype staat, per definitie, in een afhankelijkheidsrelatie tot een type.
We zouden bij wijze van spreke mensen kunnen indelen in drie instincten zonder verder het enneagram te benoemen. In combinatie echter met de enneagramtypen levert het een mooie omschrijving op die we dan wel subtypen noemen.
DE SUBTYPEN
In een-op-een relaties wordt nijd omgezet in rivaliteit
Rivaliteit geeft een krachtige energie die door de depressie en het voortdurende gepeins over verlies heen breekt. Het is een ‘Ik zal je eens wat laten zien’ stroom van vastberadenheid die bergen kan verzetten. Rivaliteit uit zich op twee manieren; enerzijds door te wedijveren om goedkeuring (“Ik stijg in waarde als ik speciale aandacht krijg”) en anderzijds door te wedijveren met mensen die de erkenning claimen die ze zelf willen krijgen (“Ik voel me meer waard als jij je minder waard voelt”). Rivaliseren met concurrenten kan overgaan in haat. Door aan hun waarde afbreuk te doen, vermindert hun nijd.
Dit subtype rivaliseert gewoonlijk niet met vrienden, maar kan erg vijandig zijn tegen mensen uit hun branche of tegen een kameraad die hem of haar afwijst. Ze zijn vooral geneigd tot nijd wanneer hun rivalen succesvol worden of als een ex-partner een nieuwe relatie begint.
In sociale situaties leidt nijd tot schaamte
Schaamte komt voort uit een gevoel van minderwaardigheid. Vieren schamen zich als ze niet voldoen. In sociale situaties treedt nijd op als ze zich afmeten aan de prestaties van anderen. Het geringe gevoel van eigenwaarde komt vaak voort uit reële verlieservaringen die de illusie in stand houden dat anderen genieten van dingen die in hun leven ontbreken.
Vieren gruwen bij het idee afgewezen te worden als hun fatale zwakke plek ontdekt wordt. Vieren willen zich voor doordringende ogen verstoppen en ontmoetingen, waar hun ontoereikendheid aan het licht zou kunnen komen, ontwijken. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor geringschatting en hebben parallel hieraan een verlangen naar erkenning. Ze ervaren het als zeer pijnlijk als men hen over het hoofd ziet of, erger nog, als ze de namen horen van de mensen die wel zijn uitgenodigd. Ze dikken hun imago aan om zich te beschermen. Ze worden lid van een elitegezelschap, hebben een unieke zelfpresentatie, dossen zich aantrekkelijk uit, of stellen zich wat gereserveerd op, boven de grijze massa.
Als het gaat om zelfbehoud wordt nijd omgezet in onbevreesdheid (roekeloosheid)
Roekeloos leven wordt aantrekkelijk op momenten dat Vieren de droefenis van hun omstandigheden ervaren. Waarom zouden ze de gevaren in het leven serieus nemen nu ze eenmaal bekneld zijn geraakt tussen hoop en wanhoop? Het onbevreesde karakter aanvaardt het voorbestemd zijn om in de steek gelaten te worden en heeft een zekere suïcidale kant. De innerlijke crisis die voortkomt uit de cyclus wensen-verwerven-teleurstelling-afwijzing geeft gewone gebeurtenissen een buitengewone kracht. Door zich over te geven aan levensgevaarlijke ondernemingen ontkomen ze aan het saaie automatisme van het leven. Als ze zich in het diepe storten krijgt het leven dat anders doorsnee en afgezaagd zou zijn, weer betekenis en intensiteit.
Als hun dromen zijn uitgekomen en hun ontevredenheid weer opkomt, hebben Vieren de neiging om hun basis van veiligheid weer te verwoesten. Het verwerven en verspelen van geluk blijft zich herhalen. Minnaars worden verleid, afgewezen en weer omarmd. Wanneer zelfbehoudende Vieren krijgen wat ze willen, verwoesten ze het en vervolgens verlangen ze er weer naar.