Enneagram en geestkunde type vijf
Op www.geestkunde.net staat mooie informatie over verdieping. Ook het boek Geestkunde van Freek van Leeuwen is een verdiepingsslag voor mensen die naar de essentie willen. Hier een korte omschrijving van het type volgens Freek van Leeuwen.
Vijf: het ingekeerde denken (het op de persoon gerichte denken) (in de numerologie: zeven)
Vijven denken voordat ze doen en bezitten een zekere objectiviteit. Vijven zijn ontvankelijk voor nieuwe indrukken en feiten. Zij zijn ontdekkers van nieuwe denkbeelden, onderzoekers en uitvinders, objectief, vragend en belangstellend om de dingen tot in hun bijzonderheden te doorgronden. Ze kunnen oorspronkelijke persoonlijkheden zijn, verrassend, vrijdenkend en diepzinnig. Zij zijn goede luisteraars doordat ze goed luisteren naar wat er wordt gezegd. Ze kunnen anderen daardoor helpen de werkelijkheid nuchterder en objectiever waar te nemen.
Ontwikkelde vijven benutten hun kennis bij het zoeken naar wijsheid en begrip, en trachten door mee te voelen inzicht te krijgen. Ze bezitten een stille, innerlijke kracht en zijn fijngevoelig, beminnelijk, beleefd en zachtaardig (uitgek. voelen).
Vijven verlangen naar vervulling. Zij ervaren hun eigen binnenwereld als het enige terrein, waar ze zich ongestoord kunnen bewegen. De verzamelwoede van vijven richt zich op gedachten, denkbeelden, kennis, stilte en ruimte. Zij hebben een afgesloten en veilige privé-sfeer nodig. De meeste vijven zijn introvers. Ze zijn van nature monniken, kluizenaars, kamergeleerden, bibliothecarissen en technische knutselaars. Al hun kracht is erop gericht alles te zien en te volgen. Zij zien en horen alles, en onthouden alles. Bezigheden waarbij je door een microscoop of telescoop kunt kijken zijn aantrekkelijk. Veel uitvinders, ontdekkers en wetenschappers zijn vijven.
Vijven trachten zich niet door de maalstroom van gevoelens en belevenissen te laten meesleuren, maar in plaats daarvan een soort objectiviteit te ontwikkelen. Ze hechten eraan om hun kalmte te bewaren en gevoelens de baas te blijven. Niemand mag aan ze merken dat ze woedend of verliefd zijn. Dat gaat zover dat ze er moeite mee hebben hun gevoelens te tonen, zelfs als ze dat willen. De buitenwereld krijgt daardoor de indruk dat ze verwaand en koel zijn, niemand nodig hebben en zich boven hun medemensen verheven voelen.
In werkelijkheid hebben de meeste vijven een intensief gevoelsleven; maar het is alsof hun gevoelens tijdens een gebeurtenis blokkeren. Eerst nemen vijven waar wat er gebeurt en kunnen daar in zekere zin objectief naast staan. Dan beginnen vijven te oordelen vanuit het hoofd en vervolgens worden de gevoelens geordend en op een rijtje gezet.
Veel grote filosofen waren vijven. Zij leefden meestal nogal teruggetrokken en beoordeelden de wereld vanuit hun ivoren toren. Naast filosofie voelen vijven zich aangetrokken door de religieuze mystiek. Vijven vinden makkelijker toegang tot het innerlijke waarnemen, het schouwen met het geestesoog, dan anderen. Er zijn vijven die grote contemplatieve gaven hebben.
Vijven hebben de zekerheid nodig dat ze echt de hele zaak hebben begrepen, voordat ze zich rijp voelen voor welke taak dan ook.
Vijven trachten alles te vermijden wat de aandacht zou kunnen trekken. Vijven willen zichzelf niet bloot geven en gunnen anderen geen kijkje in hun innerlijk. Als het onvermijdelijk is om iets over zichzelf te vertellen, wachten ze doorgaans tot het laatst en vertellen zo weinig mogelijk. Maar ze luisteren goed naar wat anderen zeggen, niets ontsnapt aan hun aandacht. In een kloostergemeenschap willen vijven meestal een zolderkamertje hebben aan het einde van de gang. Daar lopen ze het minst gevaar dat iemand bij hen binnendringt. Teveel mensen en teveel nabijheid ervaren vijven als vermoeiend. Ze hebben tijd voor zichzelf nodig om hun gedachten en gevoelens te ordenen en zich innerlijk op nieuwe ontmoetingen voor te bereiden.
Wat onontwikkelde vijven niet begrijpen, daar gaan zij niet op in. Zij kunnen afstandelijk zijn, nihilistisch, zonder lichamelijkheid, gevoelens, waardeoordelen en daden.
De verleiding voor vijven is kennis. Kennis is macht voor hen. Geestelijke denkstelsels, die het heelal of de menselijke geest trachten te verklaren, boeien hen: psychoanalytische modellen, typologiën, de evolutieleer, erfelijkheidsleer, de quantumtheorie, vreemde culturen, gebruiken en gewoonten. Veel vijven zijn liefhebbers van het enneagram.
Het afweermechanisme van vijven heet terugtrekken. Een ander heet segmentering: ze delen hun bestaan op in een aantal onafhankelijk van elkaar bestaande afdelingen. Onontwikkelde vijven zijn bang voor persoonlijke betrokkenheid. Zij vertoeven graag in de abstracte wereld van denkbeelden. Ze verklaren de wereld, maar doen zelden iets om haar te verbeteren. Zij willen niet meer dan samenhangen begrijpen. Ze hebben een waardevrije onderzoeksdrang.
De wortelzonde van vijven heet hebzucht. Ze hebben de neiging hun geestelijke en stoffelijke rijkdommen op te potten. Bezit geeft hun zekerheid. De valkuil heet dan ook gierigheid, vooral met zichzelf. Ze zijn vaak bang dat ze zichzelf zouden kunnen verliezen wanneer ze zich uiten. De meeste vijven stellen geen hoge eisen en neigen tot ascese. Ze hebben van alles steeds maar een beetje nodig.
Terwijl buitenstaanders vaak de indruk hebben dat vijven diepzinnig zijn, vrezen vijven zelf in het algemeen weinig waard te zijn en weinig echte innerlijke rijkdom te hebben.
De ontwikkelde vijven kunnen afstand nemen. Zij kunnen uitstekende maatschappelijke werkers zijn. Zij kunnen urenlang de alleenspraken van anderen volgen. Hoe veel er ook wordt gepraat, vijven hebben het vermogen te blijven luisteren en alles op te nemen.
Afstand nemen is tegelijkertijd zowel de gave als de zonde van vijven.
De uitnodiging aan vijven heet wijsheid. Wijsheid als een diepe kennis van de samenhangen van de wereld en het leven, dat niet slechts uit het denken, maar tegelijkertijd uit werkelijke levenservaring moet worden geput. Wijsheid is overdachte ervaring (waarneming).
Vijven hebben de neiging tot vooruitdenken: ze denken voor ze doen, of i.p.v. wat te doen. Overdenking is de verwerking van het geleefde leven achteraf. Tot de wijsheid waartoe vijven zijn geroepen behoort ook het vertrouwen in de goddelijke beschikkingen.
Een van de levenstaken van vijven is zich met iets te verbinden en te handelen. Vijven moeten hartstochtelijk verliefd worden. De liefde is een drama voor veel vijven, omdat het verlangen naar nabijheid botst met de even grote wens om afstand te bewaren.
Het eigenlijke voelen ondergaan vijven pas achteraf. Leren liefhebben is een van de grootste uitdagingen van vijven (het uitgekeerde voelen).
Meditatie en gebed zijn voor vijven ongelooflijk belangrijke krachtbronnen. Vijven moeten hun binnenwereld ontwikkelen om de moed te vinden zich op de buitenwereld te kunnen richten. Dit wordt meestal pas mogelijk als de binnenwereld als minder bedreigend wordt ervaren en vijven in God en zo ook in zichzelf rust en zekerheid hebben gevonden.
We blijven allemaal wie we zijn. Maar op de weg tot ontwikkeling of heiliging moeten we doen wat 'agere contra' heet: we moeten tegen onze natuurlijke dwang (eenzijdigheid) handelen (zelfbeheersing). Dat vraagt duidelijke besluiten, want het gebeurt niet vanzelf. Het is in zekere zin tegennatuurlijk en bovennatuurlijk. Vijven zijn bang om iets onverstandigs te doen. Vijven moeten de weg naar buiten durven betreden. Kunstzinnige uitingen kunnen daarbij helpen.
Vijven moeten zich hoeden voor trots (uitgekeerd voelen) en eigendunk, zowel tegenover mensen als God. Vijven bereiken echte wijsheid als zij hun innerlijke schatten delen met anderen. Zij moeten oefenen hun gevoelens meteen te uiten i.p.v. ze te bewaren.
Onontwikkelde vijven vertonen nihilistische, gespleten en autistische trekjes. Ze dreigen de band met de werkelijkheid te verliezen en op te gaan in hun eigen denkwereld. I.p.v. doelgericht werkzaam te worden laten onontwikkelde vijven zich meeslepen door leuzen (zeer vereenvoudigde denkbeelden). Daarmee plegen vijven verraad aan hun eigenlijke kracht: diepgaande overdenking, bezinning en nuchtere wijsheid. Bovendien blijven zij dan in hun hoofd, i.p.v. hun eigen gevoelens waar te nemen en de stap van denken naar doen te wagen.
Het denken van onontwikkelde vijven wil het doen nogal eens in de weg staan. Zij moeten leren hun kennis in praktijk te brengen als een uiting van gezonde durf (uitgekeerd willen). Het waagstuk van de daad wil zeggen de tot nu toe verworven, onvolledige kennis in daden om te zetten en erop vetrouwen dat uit die ervaring nieuwe kennis kan worden verworven, die je achter je schrijftafel niet kunt krijge
Vijf: het ingekeerde denken (het op de persoon gerichte denken) (in de numerologie: zeven)
Vijven denken voordat ze doen en bezitten een zekere objectiviteit. Vijven zijn ontvankelijk voor nieuwe indrukken en feiten. Zij zijn ontdekkers van nieuwe denkbeelden, onderzoekers en uitvinders, objectief, vragend en belangstellend om de dingen tot in hun bijzonderheden te doorgronden. Ze kunnen oorspronkelijke persoonlijkheden zijn, verrassend, vrijdenkend en diepzinnig. Zij zijn goede luisteraars doordat ze goed luisteren naar wat er wordt gezegd. Ze kunnen anderen daardoor helpen de werkelijkheid nuchterder en objectiever waar te nemen.
Ontwikkelde vijven benutten hun kennis bij het zoeken naar wijsheid en begrip, en trachten door mee te voelen inzicht te krijgen. Ze bezitten een stille, innerlijke kracht en zijn fijngevoelig, beminnelijk, beleefd en zachtaardig (uitgek. voelen).
Vijven verlangen naar vervulling. Zij ervaren hun eigen binnenwereld als het enige terrein, waar ze zich ongestoord kunnen bewegen. De verzamelwoede van vijven richt zich op gedachten, denkbeelden, kennis, stilte en ruimte. Zij hebben een afgesloten en veilige privé-sfeer nodig. De meeste vijven zijn introvers. Ze zijn van nature monniken, kluizenaars, kamergeleerden, bibliothecarissen en technische knutselaars. Al hun kracht is erop gericht alles te zien en te volgen. Zij zien en horen alles, en onthouden alles. Bezigheden waarbij je door een microscoop of telescoop kunt kijken zijn aantrekkelijk. Veel uitvinders, ontdekkers en wetenschappers zijn vijven.
Vijven trachten zich niet door de maalstroom van gevoelens en belevenissen te laten meesleuren, maar in plaats daarvan een soort objectiviteit te ontwikkelen. Ze hechten eraan om hun kalmte te bewaren en gevoelens de baas te blijven. Niemand mag aan ze merken dat ze woedend of verliefd zijn. Dat gaat zover dat ze er moeite mee hebben hun gevoelens te tonen, zelfs als ze dat willen. De buitenwereld krijgt daardoor de indruk dat ze verwaand en koel zijn, niemand nodig hebben en zich boven hun medemensen verheven voelen.
In werkelijkheid hebben de meeste vijven een intensief gevoelsleven; maar het is alsof hun gevoelens tijdens een gebeurtenis blokkeren. Eerst nemen vijven waar wat er gebeurt en kunnen daar in zekere zin objectief naast staan. Dan beginnen vijven te oordelen vanuit het hoofd en vervolgens worden de gevoelens geordend en op een rijtje gezet.
Veel grote filosofen waren vijven. Zij leefden meestal nogal teruggetrokken en beoordeelden de wereld vanuit hun ivoren toren. Naast filosofie voelen vijven zich aangetrokken door de religieuze mystiek. Vijven vinden makkelijker toegang tot het innerlijke waarnemen, het schouwen met het geestesoog, dan anderen. Er zijn vijven die grote contemplatieve gaven hebben.
Vijven hebben de zekerheid nodig dat ze echt de hele zaak hebben begrepen, voordat ze zich rijp voelen voor welke taak dan ook.
Vijven trachten alles te vermijden wat de aandacht zou kunnen trekken. Vijven willen zichzelf niet bloot geven en gunnen anderen geen kijkje in hun innerlijk. Als het onvermijdelijk is om iets over zichzelf te vertellen, wachten ze doorgaans tot het laatst en vertellen zo weinig mogelijk. Maar ze luisteren goed naar wat anderen zeggen, niets ontsnapt aan hun aandacht. In een kloostergemeenschap willen vijven meestal een zolderkamertje hebben aan het einde van de gang. Daar lopen ze het minst gevaar dat iemand bij hen binnendringt. Teveel mensen en teveel nabijheid ervaren vijven als vermoeiend. Ze hebben tijd voor zichzelf nodig om hun gedachten en gevoelens te ordenen en zich innerlijk op nieuwe ontmoetingen voor te bereiden.
Wat onontwikkelde vijven niet begrijpen, daar gaan zij niet op in. Zij kunnen afstandelijk zijn, nihilistisch, zonder lichamelijkheid, gevoelens, waardeoordelen en daden.
De verleiding voor vijven is kennis. Kennis is macht voor hen. Geestelijke denkstelsels, die het heelal of de menselijke geest trachten te verklaren, boeien hen: psychoanalytische modellen, typologiën, de evolutieleer, erfelijkheidsleer, de quantumtheorie, vreemde culturen, gebruiken en gewoonten. Veel vijven zijn liefhebbers van het enneagram.
Het afweermechanisme van vijven heet terugtrekken. Een ander heet segmentering: ze delen hun bestaan op in een aantal onafhankelijk van elkaar bestaande afdelingen. Onontwikkelde vijven zijn bang voor persoonlijke betrokkenheid. Zij vertoeven graag in de abstracte wereld van denkbeelden. Ze verklaren de wereld, maar doen zelden iets om haar te verbeteren. Zij willen niet meer dan samenhangen begrijpen. Ze hebben een waardevrije onderzoeksdrang.
De wortelzonde van vijven heet hebzucht. Ze hebben de neiging hun geestelijke en stoffelijke rijkdommen op te potten. Bezit geeft hun zekerheid. De valkuil heet dan ook gierigheid, vooral met zichzelf. Ze zijn vaak bang dat ze zichzelf zouden kunnen verliezen wanneer ze zich uiten. De meeste vijven stellen geen hoge eisen en neigen tot ascese. Ze hebben van alles steeds maar een beetje nodig.
Terwijl buitenstaanders vaak de indruk hebben dat vijven diepzinnig zijn, vrezen vijven zelf in het algemeen weinig waard te zijn en weinig echte innerlijke rijkdom te hebben.
De ontwikkelde vijven kunnen afstand nemen. Zij kunnen uitstekende maatschappelijke werkers zijn. Zij kunnen urenlang de alleenspraken van anderen volgen. Hoe veel er ook wordt gepraat, vijven hebben het vermogen te blijven luisteren en alles op te nemen.
Afstand nemen is tegelijkertijd zowel de gave als de zonde van vijven.
De uitnodiging aan vijven heet wijsheid. Wijsheid als een diepe kennis van de samenhangen van de wereld en het leven, dat niet slechts uit het denken, maar tegelijkertijd uit werkelijke levenservaring moet worden geput. Wijsheid is overdachte ervaring (waarneming).
Vijven hebben de neiging tot vooruitdenken: ze denken voor ze doen, of i.p.v. wat te doen. Overdenking is de verwerking van het geleefde leven achteraf. Tot de wijsheid waartoe vijven zijn geroepen behoort ook het vertrouwen in de goddelijke beschikkingen.
Een van de levenstaken van vijven is zich met iets te verbinden en te handelen. Vijven moeten hartstochtelijk verliefd worden. De liefde is een drama voor veel vijven, omdat het verlangen naar nabijheid botst met de even grote wens om afstand te bewaren.
Het eigenlijke voelen ondergaan vijven pas achteraf. Leren liefhebben is een van de grootste uitdagingen van vijven (het uitgekeerde voelen).
Meditatie en gebed zijn voor vijven ongelooflijk belangrijke krachtbronnen. Vijven moeten hun binnenwereld ontwikkelen om de moed te vinden zich op de buitenwereld te kunnen richten. Dit wordt meestal pas mogelijk als de binnenwereld als minder bedreigend wordt ervaren en vijven in God en zo ook in zichzelf rust en zekerheid hebben gevonden.
We blijven allemaal wie we zijn. Maar op de weg tot ontwikkeling of heiliging moeten we doen wat 'agere contra' heet: we moeten tegen onze natuurlijke dwang (eenzijdigheid) handelen (zelfbeheersing). Dat vraagt duidelijke besluiten, want het gebeurt niet vanzelf. Het is in zekere zin tegennatuurlijk en bovennatuurlijk. Vijven zijn bang om iets onverstandigs te doen. Vijven moeten de weg naar buiten durven betreden. Kunstzinnige uitingen kunnen daarbij helpen.
Vijven moeten zich hoeden voor trots (uitgekeerd voelen) en eigendunk, zowel tegenover mensen als God. Vijven bereiken echte wijsheid als zij hun innerlijke schatten delen met anderen. Zij moeten oefenen hun gevoelens meteen te uiten i.p.v. ze te bewaren.
Onontwikkelde vijven vertonen nihilistische, gespleten en autistische trekjes. Ze dreigen de band met de werkelijkheid te verliezen en op te gaan in hun eigen denkwereld. I.p.v. doelgericht werkzaam te worden laten onontwikkelde vijven zich meeslepen door leuzen (zeer vereenvoudigde denkbeelden). Daarmee plegen vijven verraad aan hun eigenlijke kracht: diepgaande overdenking, bezinning en nuchtere wijsheid. Bovendien blijven zij dan in hun hoofd, i.p.v. hun eigen gevoelens waar te nemen en de stap van denken naar doen te wagen.
Het denken van onontwikkelde vijven wil het doen nogal eens in de weg staan. Zij moeten leren hun kennis in praktijk te brengen als een uiting van gezonde durf (uitgekeerd willen). Het waagstuk van de daad wil zeggen de tot nu toe verworven, onvolledige kennis in daden om te zetten en erop vetrouwen dat uit die ervaring nieuwe kennis kan worden verworven, die je achter je schrijftafel niet kunt krijge