Subtypen van enneagramtype 6 op basis van instincten
Izacho beschreef nog een andere vorm van subtypen, gebaseerd op drie primaire instincten van het menselijke gedrag:
Technisch gesproken vormen ze geen subtype. Een subtype staat, per definitie, in een afhankelijkheidsrelatie tot een type.
We zouden bij wijze van spreke mensen kunnen indelen in drie instincten zonder verder het enneagram te benoemen. In combinatie echter met de enneagramtypen levert het een mooie omschrijving op die we dan wel subtypen noemen.
DE SUBTYPEN
In een-op-een relaties wordt angst omgezet in kracht en schoonheid
Omdat ze bang zijn voor andere mensen kunnen Zessen zich hulpeloos voelen als ze om een ander geven. Ze zijn in de macht van die persoon. “Wat gebeurt er als hij of zij niet van mij houdt? Wat gebeurt er als hij of zij van gedachten verandert?” Ze hunkeren naar geruststelling, en dat voelt vernederend. Ze zijn bang in de steek gelaten te worden, en dat maakt dat ze zich kwetsbaar voelen. Ze trekken zich terug, en onbewust gaan ze twijfelen aan de oprechtheid van anderen. “Ze zeiden het uit beleefdheid. Ze probeerden alleen maar aardig te zijn.” Het zou vreselijk zijn om vertrouwen te hebben en weer bedrogen te worden. Het lijkt reëler om te twijfelen. Zessen gebruiken hun kracht en schoonheid als een vertoon van macht. Een masker dat innerlijke twijfel verbergt. Het motief is anderen voor zich te winnen en loyaliteit af te dwingen. Een dominerende schoonheid. De bekwaamheid van kracht. De typische uiting van de machtige houding is het cultiveren van fysieke kracht en schoonheid. Dit leidt tot een rij van minnaars of een dominant intellectualisme. Zelfs een angstig persoon kan zich machtig voelen als anderen denken dat hij of zij sterk, mooi, sexy en slim is.
In sociale situaties wordt angst beheerst door te voldoen aan sociale verplichtingen
Angsten worden beheerst door wederzijdse verplichtingen en betrokkenheid. De behoeften van de groep bepalen hoe men zich zal gedragen, dus weten Zessen wat ze kunnen verwachten. Meningen worden bevestigd en verdedigd door de macht van de collectieve autoriteit van de groep dus hun zelftwijfel vermindert. Ze kunnen niet geïsoleerd raken en niet aangevallen worden.
Zessen kunnen zeer zelfopofferend zijn voor het goede doel, hun gezin en voor idealen. Politieke acties, zelfhulpgroepen en kerken zijn interessegebieden voor degenen die veiligheid vinden in groeperingen. De dwangmatige variant van de sociale betrokkenheid wordt geuit door aan rituele verplichtingen te voldoen, wat ontstaat uit schuldgevoelens of uit angst om afgewezen te worden. Wie de regels naleeft, verzekert zich van een plaats in de groep.
Genegenheid (warmte) van anderen vermindert de angst voor zelfbehoud
Zessen ontspannen zich bij mensen die ze goed kennen en die hen accepteren; in gezelschap van vrienden verdwijnt hun angst. Ze delen samen een verleden, ze weten wat ze aan elkaar hebben, dus hoeven ze niet meer op hun hoede te zijn. Zessen voelen zich veilig bij mensen die hen aardig vinden, en voelen zich bedreigd als dit niet zo is. Ze willen voortdurend gerustgesteld worden. “Hou je nog van me?” Afstand en stilte versterken hun twijfel: “Is er tussen ons iets veranderd? Wat denk je nu?” Zonder de realiteit te toetsen vallen ze ten prooi aan hun eigen fantasie en beginnen ze zich dingen af te vragen: “Waarom kreeg ik geen telefoontje? Misschien is het afgelopen?”
Vanuit hun bemoedigende rol zijn ‘warme’ Zessen dol op vriendschap. Omdat hun gevoel van veiligheid gekoppeld is aan anderen, willen ze hen begrijpen. Ze worden intiem met anderen door ze te ontwapenen en vriendschap te sluiten, door voor hen in de bres te springen, door hun kant te kiezen. Verbonden door warmte, worden hun acties door vriendschap gemotiveerd. “We zitten in hetzelfde schuitje. Ik doe mee voor jou. We zijn niet alleen.”
- het zelbehoudende instinct
- het sociale instinct
- het seksuele instinct
Technisch gesproken vormen ze geen subtype. Een subtype staat, per definitie, in een afhankelijkheidsrelatie tot een type.
We zouden bij wijze van spreke mensen kunnen indelen in drie instincten zonder verder het enneagram te benoemen. In combinatie echter met de enneagramtypen levert het een mooie omschrijving op die we dan wel subtypen noemen.
DE SUBTYPEN
In een-op-een relaties wordt angst omgezet in kracht en schoonheid
Omdat ze bang zijn voor andere mensen kunnen Zessen zich hulpeloos voelen als ze om een ander geven. Ze zijn in de macht van die persoon. “Wat gebeurt er als hij of zij niet van mij houdt? Wat gebeurt er als hij of zij van gedachten verandert?” Ze hunkeren naar geruststelling, en dat voelt vernederend. Ze zijn bang in de steek gelaten te worden, en dat maakt dat ze zich kwetsbaar voelen. Ze trekken zich terug, en onbewust gaan ze twijfelen aan de oprechtheid van anderen. “Ze zeiden het uit beleefdheid. Ze probeerden alleen maar aardig te zijn.” Het zou vreselijk zijn om vertrouwen te hebben en weer bedrogen te worden. Het lijkt reëler om te twijfelen. Zessen gebruiken hun kracht en schoonheid als een vertoon van macht. Een masker dat innerlijke twijfel verbergt. Het motief is anderen voor zich te winnen en loyaliteit af te dwingen. Een dominerende schoonheid. De bekwaamheid van kracht. De typische uiting van de machtige houding is het cultiveren van fysieke kracht en schoonheid. Dit leidt tot een rij van minnaars of een dominant intellectualisme. Zelfs een angstig persoon kan zich machtig voelen als anderen denken dat hij of zij sterk, mooi, sexy en slim is.
In sociale situaties wordt angst beheerst door te voldoen aan sociale verplichtingen
Angsten worden beheerst door wederzijdse verplichtingen en betrokkenheid. De behoeften van de groep bepalen hoe men zich zal gedragen, dus weten Zessen wat ze kunnen verwachten. Meningen worden bevestigd en verdedigd door de macht van de collectieve autoriteit van de groep dus hun zelftwijfel vermindert. Ze kunnen niet geïsoleerd raken en niet aangevallen worden.
Zessen kunnen zeer zelfopofferend zijn voor het goede doel, hun gezin en voor idealen. Politieke acties, zelfhulpgroepen en kerken zijn interessegebieden voor degenen die veiligheid vinden in groeperingen. De dwangmatige variant van de sociale betrokkenheid wordt geuit door aan rituele verplichtingen te voldoen, wat ontstaat uit schuldgevoelens of uit angst om afgewezen te worden. Wie de regels naleeft, verzekert zich van een plaats in de groep.
Genegenheid (warmte) van anderen vermindert de angst voor zelfbehoud
Zessen ontspannen zich bij mensen die ze goed kennen en die hen accepteren; in gezelschap van vrienden verdwijnt hun angst. Ze delen samen een verleden, ze weten wat ze aan elkaar hebben, dus hoeven ze niet meer op hun hoede te zijn. Zessen voelen zich veilig bij mensen die hen aardig vinden, en voelen zich bedreigd als dit niet zo is. Ze willen voortdurend gerustgesteld worden. “Hou je nog van me?” Afstand en stilte versterken hun twijfel: “Is er tussen ons iets veranderd? Wat denk je nu?” Zonder de realiteit te toetsen vallen ze ten prooi aan hun eigen fantasie en beginnen ze zich dingen af te vragen: “Waarom kreeg ik geen telefoontje? Misschien is het afgelopen?”
Vanuit hun bemoedigende rol zijn ‘warme’ Zessen dol op vriendschap. Omdat hun gevoel van veiligheid gekoppeld is aan anderen, willen ze hen begrijpen. Ze worden intiem met anderen door ze te ontwapenen en vriendschap te sluiten, door voor hen in de bres te springen, door hun kant te kiezen. Verbonden door warmte, worden hun acties door vriendschap gemotiveerd. “We zitten in hetzelfde schuitje. Ik doe mee voor jou. We zijn niet alleen.”