De Een
Van Impliciete Orde naar Woedende Deugd
Mullah Nasrudin en de knikkers Drie kinderen vonden een zak met elf knikkers. Ze kregen onenigheid over hoe ze het speelgoed zouden verdelen en legden het vraagstuk voor aan Mullah Nasrudin. De Mullah vroeg of de kinderen wilden dat hij de knikkers zou verdelen vanuit een menselijk standpunt of vanuit hoe God het zou doen. De kinderen zeiden: “We willen eerlijk zijn. Verdeel de knikkers zoals God het zou doen”. De Mullah gaf drie knikkers aan het ene en acht knikkers aan het andere kind, het derde kind kreeg niets.
Essentie: Orde, Ordenen.
Deze essentie wordt van oudsher de Wereldorde of de Goddelijke Orde genoemd. Almaas spreekt over Heilige Volmaaktheid. David Bohm, een moderne en gerespecteerde natuurkundige spreekt over de ingevouwen of impliciete Orde (Bohm, 1985). Het is de Orde in de wereld zoals deze op een dieper niveau werkzaam is en die we rechtstreeks in zijn ontvouwing zouden ervaren als we vanuit het gezichtspunt van de Een rechtstreeks konden waarnemen. In het verhaal van Mullah Nasrudin zien we dat de verdeling vanuit goddelijk standpunt heel anders zou zijn dan vanuit het menselijk standpunt. In onze ogen zou het rechtvaardig zijn als alle drie de kinderen evenveel knikkers zouden krijgen. Tolkien laat de magiër Gandalf niet voor niets in een van zijn boeken opmerken: “Zelfs de zeer wijzen kunnen niet alle oogmerken doorzien”. Wat vanuit menselijk oordeel verkeerd lijkt is wellicht vanuit het niveau van de hoogste Orde juist, wijs en rechtvaardig. Vanuit de hoogste Orde krijg je niet wat je vraagt, maar wat nodig is.
De Orde en de ervaring
De impliciete Orde heeft zijn eigen schoonheid en rechtvaardigheid maar ook juiste verhoudingen. Die Orde is ook een zinvol proces van ontvouwing en omvat actie en activiteiten die rechtstreeks voortvloeien uit volledigheid en heelheid. Iemand die vanuit die orde actief is, handelt binnen de onschuld van het hier en nu.
Een piekervaring van de Orde zou kunnen zijn:“De diepste grondslag van de werkelijkheid is mijn thuis, vervuld van schoonheid, orde en rechtvaardigheid, alles is precies zoals het moet zijn. De Orde is ook een proces of stroom en ik handel vanuit en binnen het besef van juistheid van die Orde.
Archetypen: Het Paradijs, de Wereldorde, Vrouwe Justitia, de Egyptische Godin Maat, Koning in vredestijd.
In het Oude Testament wordt in Genesis elke scheppingsdag opnieuw benadrukt “En God zag dat het goed was”. Aan het einde van de zesde dag zelfs: “En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed”. Dit is ook de toestand van het paradijs waarin alles volgens Gods Wil geschiedt. Als Adam en Eva gelijk aan God willen worden en van de boom van kennis van goed en kwaad eten verandert de situatie. De mens krijgt waardeoordelen, het een is goed en het ander verkeerd. Zo raken Adam en Eva beschaamd “omdat zij naakt zijn” en zich moeten kleden. Ze worden uit het paradijs verdreven en er komt een engel met vlammend zwaard voor de ingang staan: “Opdat zij niet van de boom des Levens kunnen eten en eeuwig kunnen leven” (anoniem, 1970).
De Oude Egyptenaren kenden de Godin Maat. Maat staat voor het ethische en esthetische principe, het goede, juiste, rechtvaardige en schone (in de zin van juiste verhoudingen). Ze is de wereldorde, zoals die door de goden ingesteld is. Het is aannemelijk dat Vrouwe Justitia, de geblinddoekte dame met weegschaal en zwaard, die staat voor rechtvaardigheid, rechtstreeks te herleiden is tot de oude godin Maat (Assmann,1990).
Voor de Een in een verantwoordelijke positie is het archetype van Koning in vredestijd van toepassing: de wijze en rechtvaardige koning, de wetgever die orde en regelmaat in het land brengt en die de behoeder is van de kwaliteit van leven.
De Dwaling vanuit de Een(naar Riso en Hudson)De dwaling
Kinderen leven op zeer jeugdige leeftijd nog vanuit de Orde en zullen van daaruit in de wereld actief zijn. De mensen in de omgeving hebben het contact met de Orde al verloren. Zij ervaren en waarderen het kind niet vanuit een volledig contact met de Orde, maar vanuit hun eigen perceptie en waardeoordelen. Het kind kan onmogelijk (helemaal) aan die wensen en waardeoordelen van de omgeving voldoen en krijgt impliciet of expliciet de feedback “Je deugt niet” dan wel “dit stuk deugt wel en dat stuk deugt niet aan je”.
Het kind wordt als gevolg van deze feedback ontkend in zijn specifieke manier van Zijn in de kwaliteit van de Een. Voor zover het kind gevoelig is voor die kwaliteit van essentie Een, wordt een belangrijke basisbehoefte van het kind niet vervuld.
De innerlijke wond
Het kind verneemt dan ook niet: “Je bent in orde, je bent goed zoals je bent”.
Het zal het buitengewoon verontrustende vermoeden krijgen dat hem iets belangrijks ontbreekt. Het kind kan nu tot een negatief zelfbeeld komen: “Ik ben slecht, verdorven en doe het nooit goed”.Deze uiterst pijnlijke conclusie is zo ondraaglijk dat het kind dit naar de achtergrond van het bewustzijn zal verbannen. Het wordt een goed bewaard geheim, een verborgen “waarheid” die niemand mag weten.
Een deel van het kind weet dat dit onwaar is, en dat deel voelt zich niet gezien, niet erkend, verongelijkt en is (terecht) boos. Als het kind die boosheid niet kan uiten in de richting van degenen die hem niet zien (en dat zal als regel zo zijn) dan zal het kind een gevoel van wrok ontwikkelen. Die wrok is op een gegeven moment niet meer specifiek op iemand gericht maar zal een algemeen karakter krijgen, de persoonlijkheid krijgt een wrokkige ondertoon.
Het imago
Een kind is volledig afhankelijk van zijn omgeving en moet er dus van uitgaan dat de omgeving wel weet hoe het moet. Het kind zal proberen te ontdekken wat dan de “échte” orde is en daarover fantaseren. Op grond van de ontdekkingen wordt een nastrevenswaardig imago geconstrueerd van ongeveer de volgende strekking:“Ik ben integer, redelijk, verstandig, objectief, gematigd en deugdzaam”.
De strategie
Tenslotte ontstaat de strategie waarmee het kind de waardering van zichzelf en anderen poogt te verwerven: “ik probeer de wereld en mijzelf te vervolmaken, want dan ben ik iemand”.
Karakterisering van de Een: de Maatgever.
KARAKTERISERINGEN:
Directeur,
Perfectionist,
Verbeteraar,
Normsteller,
Wetgever,
Rechter,
Leraar,
Hervormer.
VERVORMINGEN:
Pietlut,
Bureaucraat,
Schoolfrik,
Principeruiter,
Fundamentalist,
Pedant
Drammer,
Predikant.
Mullah Nasrudin en de schoolfrik
Mullah Nasrudin die als veerman een pedante taalgeleerde naar de andere oever brengt, zegt iets dat grammaticaal onjuist is. De taalgeleerde vraagt: “Hebt u geen grammatica gestudeerd?' Nasrudin moet ontkennend antwoorden. De taalgeleerde zegt zelfvoldaan: “Dan hebt u dus uw halve leven verknoeid”. Iets later vraagt Nasrudin: “Kunt u zwemmen?”. De geleerde moet dit ontkennen waarop Nasrudin zegt: “Dan hebt u dus uw hele leven verknoeid, want wij zinken”.
De strateeg: de Maatgever
De strateeg of subpersoonlijkheid die op dominante wijze een bij de Een passende strategie heeft heb ik Maatgever genoemd. Hij is immers de persoon “die weet” en aangeeft hoe de dingen (zouden) moeten gebeuren, “die de maat aangeeft”.
De Strategie van de Maatgever
De Maatgever heeft vanwege zijn essentie een diepe relatie met en gevoel voor wat juist en wat verkeerd is.
Als strategie streeft de Een naar waardering van anderen door te weten hoe dingen horen en deze ook perfect uit te voeren. Hij is een idealist met principes die hoge eisen stelt aan zichzelf en aan anderen en zich identificeert met het superego, de innerlijke monitor die steeds bezig is met beoordelen, vergelijken en onderscheiden. De Een is steeds bezig met zichzelf, anderen en omstandigheden te verbeteren en voelt zich daar zeer verantwoordelijk voor.
Enen streven naar het imago: “Ik ben integer, redelijk, verstandig, objectief, gematigd en deugdzaam”.
De Maatgever wordt meestal positief gewaardeerd vanwege:
De Schaduw van de strategie
Naranjo karakteriseert de Maatgever als: “Woedende Deugd”. De kern van de strategie is de ontwikkeling van een innerlijk "wetboek" over wat deugdzaamheid is. De Maatgever probeert dat beeld te realiseren. De strategie heeft een schaduwzijde.
De Maatgever heeft het gevoel ethisch en esthetisch superieur te zijn. Hier wordt het recht aan ontleend de wereld naar eigen inzicht te verbeteren en anderen te corrigeren. De gevoelens van tekort schieten en de bijpassende wrokkige woede worden zoveel mogelijk buiten het bewustzijn gehouden dan wel beheerst. Maar door het masker van perfectie en sociale correctheid schemeren ongeduld en nauw verholen irritatie. Vaak is bij de Een krampachtigheid te bespeuren die ook tot feitelijke spierverkramping kan leiden.
De spreekstijl is moraliserend.
De Maatgever stoot nogal eens af vanwege:
Als Essentie Een tot bloei komt
Als de Maatgever in rechtstreeks contact komt met zijn essentie kan de persoonlijkheid tot bloei komen. Voor zover dat gebeurt, is de Een op zijn best: wijs, realistisch, rechtvaardig en edel met onderscheidingsvermogen.
In vogelvlucht:
Bron: enneastudies.com
Mullah Nasrudin en de knikkers Drie kinderen vonden een zak met elf knikkers. Ze kregen onenigheid over hoe ze het speelgoed zouden verdelen en legden het vraagstuk voor aan Mullah Nasrudin. De Mullah vroeg of de kinderen wilden dat hij de knikkers zou verdelen vanuit een menselijk standpunt of vanuit hoe God het zou doen. De kinderen zeiden: “We willen eerlijk zijn. Verdeel de knikkers zoals God het zou doen”. De Mullah gaf drie knikkers aan het ene en acht knikkers aan het andere kind, het derde kind kreeg niets.
Essentie: Orde, Ordenen.
Deze essentie wordt van oudsher de Wereldorde of de Goddelijke Orde genoemd. Almaas spreekt over Heilige Volmaaktheid. David Bohm, een moderne en gerespecteerde natuurkundige spreekt over de ingevouwen of impliciete Orde (Bohm, 1985). Het is de Orde in de wereld zoals deze op een dieper niveau werkzaam is en die we rechtstreeks in zijn ontvouwing zouden ervaren als we vanuit het gezichtspunt van de Een rechtstreeks konden waarnemen. In het verhaal van Mullah Nasrudin zien we dat de verdeling vanuit goddelijk standpunt heel anders zou zijn dan vanuit het menselijk standpunt. In onze ogen zou het rechtvaardig zijn als alle drie de kinderen evenveel knikkers zouden krijgen. Tolkien laat de magiër Gandalf niet voor niets in een van zijn boeken opmerken: “Zelfs de zeer wijzen kunnen niet alle oogmerken doorzien”. Wat vanuit menselijk oordeel verkeerd lijkt is wellicht vanuit het niveau van de hoogste Orde juist, wijs en rechtvaardig. Vanuit de hoogste Orde krijg je niet wat je vraagt, maar wat nodig is.
De Orde en de ervaring
De impliciete Orde heeft zijn eigen schoonheid en rechtvaardigheid maar ook juiste verhoudingen. Die Orde is ook een zinvol proces van ontvouwing en omvat actie en activiteiten die rechtstreeks voortvloeien uit volledigheid en heelheid. Iemand die vanuit die orde actief is, handelt binnen de onschuld van het hier en nu.
Een piekervaring van de Orde zou kunnen zijn:“De diepste grondslag van de werkelijkheid is mijn thuis, vervuld van schoonheid, orde en rechtvaardigheid, alles is precies zoals het moet zijn. De Orde is ook een proces of stroom en ik handel vanuit en binnen het besef van juistheid van die Orde.
Archetypen: Het Paradijs, de Wereldorde, Vrouwe Justitia, de Egyptische Godin Maat, Koning in vredestijd.
In het Oude Testament wordt in Genesis elke scheppingsdag opnieuw benadrukt “En God zag dat het goed was”. Aan het einde van de zesde dag zelfs: “En God zag alles wat Hij gemaakt had en zie het was zeer goed”. Dit is ook de toestand van het paradijs waarin alles volgens Gods Wil geschiedt. Als Adam en Eva gelijk aan God willen worden en van de boom van kennis van goed en kwaad eten verandert de situatie. De mens krijgt waardeoordelen, het een is goed en het ander verkeerd. Zo raken Adam en Eva beschaamd “omdat zij naakt zijn” en zich moeten kleden. Ze worden uit het paradijs verdreven en er komt een engel met vlammend zwaard voor de ingang staan: “Opdat zij niet van de boom des Levens kunnen eten en eeuwig kunnen leven” (anoniem, 1970).
De Oude Egyptenaren kenden de Godin Maat. Maat staat voor het ethische en esthetische principe, het goede, juiste, rechtvaardige en schone (in de zin van juiste verhoudingen). Ze is de wereldorde, zoals die door de goden ingesteld is. Het is aannemelijk dat Vrouwe Justitia, de geblinddoekte dame met weegschaal en zwaard, die staat voor rechtvaardigheid, rechtstreeks te herleiden is tot de oude godin Maat (Assmann,1990).
Voor de Een in een verantwoordelijke positie is het archetype van Koning in vredestijd van toepassing: de wijze en rechtvaardige koning, de wetgever die orde en regelmaat in het land brengt en die de behoeder is van de kwaliteit van leven.
De Dwaling vanuit de Een(naar Riso en Hudson)De dwaling
Kinderen leven op zeer jeugdige leeftijd nog vanuit de Orde en zullen van daaruit in de wereld actief zijn. De mensen in de omgeving hebben het contact met de Orde al verloren. Zij ervaren en waarderen het kind niet vanuit een volledig contact met de Orde, maar vanuit hun eigen perceptie en waardeoordelen. Het kind kan onmogelijk (helemaal) aan die wensen en waardeoordelen van de omgeving voldoen en krijgt impliciet of expliciet de feedback “Je deugt niet” dan wel “dit stuk deugt wel en dat stuk deugt niet aan je”.
Het kind wordt als gevolg van deze feedback ontkend in zijn specifieke manier van Zijn in de kwaliteit van de Een. Voor zover het kind gevoelig is voor die kwaliteit van essentie Een, wordt een belangrijke basisbehoefte van het kind niet vervuld.
De innerlijke wond
Het kind verneemt dan ook niet: “Je bent in orde, je bent goed zoals je bent”.
Het zal het buitengewoon verontrustende vermoeden krijgen dat hem iets belangrijks ontbreekt. Het kind kan nu tot een negatief zelfbeeld komen: “Ik ben slecht, verdorven en doe het nooit goed”.Deze uiterst pijnlijke conclusie is zo ondraaglijk dat het kind dit naar de achtergrond van het bewustzijn zal verbannen. Het wordt een goed bewaard geheim, een verborgen “waarheid” die niemand mag weten.
Een deel van het kind weet dat dit onwaar is, en dat deel voelt zich niet gezien, niet erkend, verongelijkt en is (terecht) boos. Als het kind die boosheid niet kan uiten in de richting van degenen die hem niet zien (en dat zal als regel zo zijn) dan zal het kind een gevoel van wrok ontwikkelen. Die wrok is op een gegeven moment niet meer specifiek op iemand gericht maar zal een algemeen karakter krijgen, de persoonlijkheid krijgt een wrokkige ondertoon.
Het imago
Een kind is volledig afhankelijk van zijn omgeving en moet er dus van uitgaan dat de omgeving wel weet hoe het moet. Het kind zal proberen te ontdekken wat dan de “échte” orde is en daarover fantaseren. Op grond van de ontdekkingen wordt een nastrevenswaardig imago geconstrueerd van ongeveer de volgende strekking:“Ik ben integer, redelijk, verstandig, objectief, gematigd en deugdzaam”.
De strategie
Tenslotte ontstaat de strategie waarmee het kind de waardering van zichzelf en anderen poogt te verwerven: “ik probeer de wereld en mijzelf te vervolmaken, want dan ben ik iemand”.
Karakterisering van de Een: de Maatgever.
KARAKTERISERINGEN:
Directeur,
Perfectionist,
Verbeteraar,
Normsteller,
Wetgever,
Rechter,
Leraar,
Hervormer.
VERVORMINGEN:
Pietlut,
Bureaucraat,
Schoolfrik,
Principeruiter,
Fundamentalist,
Pedant
Drammer,
Predikant.
Mullah Nasrudin en de schoolfrik
Mullah Nasrudin die als veerman een pedante taalgeleerde naar de andere oever brengt, zegt iets dat grammaticaal onjuist is. De taalgeleerde vraagt: “Hebt u geen grammatica gestudeerd?' Nasrudin moet ontkennend antwoorden. De taalgeleerde zegt zelfvoldaan: “Dan hebt u dus uw halve leven verknoeid”. Iets later vraagt Nasrudin: “Kunt u zwemmen?”. De geleerde moet dit ontkennen waarop Nasrudin zegt: “Dan hebt u dus uw hele leven verknoeid, want wij zinken”.
De strateeg: de Maatgever
De strateeg of subpersoonlijkheid die op dominante wijze een bij de Een passende strategie heeft heb ik Maatgever genoemd. Hij is immers de persoon “die weet” en aangeeft hoe de dingen (zouden) moeten gebeuren, “die de maat aangeeft”.
De Strategie van de Maatgever
De Maatgever heeft vanwege zijn essentie een diepe relatie met en gevoel voor wat juist en wat verkeerd is.
Als strategie streeft de Een naar waardering van anderen door te weten hoe dingen horen en deze ook perfect uit te voeren. Hij is een idealist met principes die hoge eisen stelt aan zichzelf en aan anderen en zich identificeert met het superego, de innerlijke monitor die steeds bezig is met beoordelen, vergelijken en onderscheiden. De Een is steeds bezig met zichzelf, anderen en omstandigheden te verbeteren en voelt zich daar zeer verantwoordelijk voor.
Enen streven naar het imago: “Ik ben integer, redelijk, verstandig, objectief, gematigd en deugdzaam”.
De Maatgever wordt meestal positief gewaardeerd vanwege:
- Integriteit en het niveau van ethisch en esthetisch handelen. Dat geldt voor het zelf rechtvaardig handelen, maar ook voor het in het geweer komen tegen onrecht dat anderen wordt aangedaan. De Een heeft ook oog voor juiste verhoudingen bij vorm of kleur.
- Nauwkeurigheid, oog voor details, oog voor kwaliteit.
- Verantwoordelijkheidsgevoel, concrete nuchtere aanpak, praktische zin.
De Schaduw van de strategie
Naranjo karakteriseert de Maatgever als: “Woedende Deugd”. De kern van de strategie is de ontwikkeling van een innerlijk "wetboek" over wat deugdzaamheid is. De Maatgever probeert dat beeld te realiseren. De strategie heeft een schaduwzijde.
De Maatgever heeft het gevoel ethisch en esthetisch superieur te zijn. Hier wordt het recht aan ontleend de wereld naar eigen inzicht te verbeteren en anderen te corrigeren. De gevoelens van tekort schieten en de bijpassende wrokkige woede worden zoveel mogelijk buiten het bewustzijn gehouden dan wel beheerst. Maar door het masker van perfectie en sociale correctheid schemeren ongeduld en nauw verholen irritatie. Vaak is bij de Een krampachtigheid te bespeuren die ook tot feitelijke spierverkramping kan leiden.
De spreekstijl is moraliserend.
De Maatgever stoot nogal eens af vanwege:
- De veel voorkomende neiging tot overmatig principieel, puriteins, vasthoudend en/of drammerig gedrag.
- De tendens anderen steeds opnieuw te corrigeren en te beleren en gecombineerd met het gevoel van superioriteit te eisen dat anderen hun normen of kijk op zaken delen.
- De neiging tot krampachtigheid, rigiditeit en overmatige controle uit angst om fouten te maken.
Als Essentie Een tot bloei komt
Als de Maatgever in rechtstreeks contact komt met zijn essentie kan de persoonlijkheid tot bloei komen. Voor zover dat gebeurt, is de Een op zijn best: wijs, realistisch, rechtvaardig en edel met onderscheidingsvermogen.
In vogelvlucht:
- Bevrijd:Keert de Een terug naar zijn essentie en zal natuurlijkerwijs de juiste maat houden en daarnaar handelen.
- Suboptimaal:
Probeert de Maatgever zichzelf en de wereld perfect of volmaakt te maken volgens zijn innerlijk beeld van “hoe het hoort” en vanuit dit streven waardering van zichzelf en van anderen te krijgen (good boy mentaliteit). - Vervormd:
De Maatgever kan verstrikt raken in perfectionisme, zich verliezen in details, pedant of een betweter worden. - Ontaard:
Bijvoorbeeld smetvrees, rigiditeit, maar ook een neiging tot fundamentalisme.
Bron: enneastudies.com