Lezing Helen Palmer 19 juni 1997, Utrecht
1. Waartoe dient het enneagram? In het enneagram is er een samengaan van psychologie en spiritualiteit. Het enneagram maakt ons er van bewust dat we op een “automatische” manier reageren op levensomstandigheden, en dat we in dergelijke automatismen vast kunnen komen te zitten. We kunnen er door gevangen raken zonder dat we het in de gaten hebben. Automatismen hebben een lange geschiedenis van emotionele survival achter zich. Gedragspatronen of automatisme ontstaan als volgt.
We worden geboren met een bepaalde aanleg, met een bepaald emotioneel temperament. Als een kind ter wereld komt heeft het bepaalde emotionele behoeften, met de behoefte aan veiligheid en vertrouwen (basic trust); (zie Maslow). Al heel vroeg zijn we overlevingsstrategieën gaan ontwikkelen om aan onze basisbehoeften te voldoen, om ons te verzekeren van liefde en vertrouwen en angst om niet te zullen overleven te vermijden. Onze opvoeders in de vroege jeugd reageerden op onze signalen. Gedrag van ons dat beloond werd hebben we verder ontwikkeld om de kans op overleven te vergroten. Gedrag dat een veiligheidsgevoel teweeg bracht herhaalden we, gedrag dat geen succes had leerden we af.
Volgens Jung hebben we een archetypische aanleg tot bepaalde gedragspatronen. Volgens hem stamt veel van onze archetypische aanleg nog uit de oertijd, bijv. emoties als angst en agressie samenhangend met aanval- en verdedigingsstrategieën uit de tijd dat de mens nog tot de diersoorten behoorde. (Zie ook: “Emotionele intelligentie” van Daniël Goleman). De mens heeft in zijn collectief onbewuste een schatkamer aan potentiële gedragsmogelijkheden verzameld. Welke van die mogelijkheden benut worden hangt af van aanleg, omgeving en eigen keus.
Op basis van die aanleg (nature) en overlevingsstrategieën (nurture) ontwikkelden we een bepaald regelmatig terugkerend gedrag: het gedragsrepertoire dat bij ons hoort, dat ons typeert. Dit type-gedrag is niet kenmerkend voor onze essentie, maar het typeert ons ego, ons valse zelf, waarmee we ons identificeren: “Dit ben ik”.
We zetten die gedragspatronen in om te overleven; het zijn automatismen die ons snel ter beschikking staan. We hebben deze patronen als kind aangeleerd en zetten die voort in de volwassenheid omdat het ons repertoire is. We weten niet beter. Maar als volwassene hebben we die patronen, die ons als kind hielpen overleven, niet meer zo nodig. Ze gaan ons op een gegeven moment zelfs belemmeren in onze ontwikkeling.
Op een gegeven moment in ons leven, bijv. in de midlifecrisis, kunnen we vastlopen als we onze patronen niet flexibel maken. Onze automatismen kunnen ons steeds meer benauwen en beperken, en er kan onvrede ontstaan met onszelf, met de wereld om ons heen. We kunnen vervreemding ervaren, leegte en angst. Die onvrede is in eerste instantie onbewust. We projecteren ons ongenoegen op de omgeving; ‘de ander staat ons geluk in de weg’. Verder begrijp je anderen vaak niet omdat je denkt dat ieder is zoals jij bent.
Deze onvrede kan ons motiveren tot een spirituele zoektocht: ‘er is toch meer tussen hemel en aarde dan dit ... lijden’. Ons “ware zelf” zegt ons dat het anders kan. Maar ook contact krijgen met onze essentie, onze goddelijke kern, kan moeizaam gaan, want daarvoor moeten we ons valse zelf, ons ego, onze overlevingsmechanismen, loslaten, en dat willen we niet. We verwarren ons valse zelf met ons ware zelf en denken dat we met het loslaten van ons ego onze essentie kwijt raken, terwijl we die juist kunnen winnen. Het dreigende verlies van ons (valse) zelf is beangstigend. Dat is een blokkade die staat tussen het ego en het ware zelf. ‘It’s the obstacle that stands between me and God’
Onze zoektocht kan ons er dan toe brengen dat je komt tot zelfkennis door middel van ‘the inner observer’. Dit is het voertuig van ons bewustzijn (vehicle of consciousness).
Je kunt met je aandacht gaan waarheen je wilt: je kunt je aandacht sturen, je kunt met je aandacht zowel naar plaatsen buiten je lichaam als naar plaatsen in je lichaam gaan.
Zo herkennen we ‘the inner observer’, de getuige van ons bewustzijn. Via de innerlijke waarnemer kunnen we onszelf observeren. We kunnen aldus leren gewaar te zijn van ons bewustzijn (witnessing consciousness).
Waaruit bestaat ons ‘lijden’? Wel, onze emotionele en mentale survival-strategie is gericht op het inschatten van en inspelen op de behoeften van anderen. Dat staat zo centraal, dat we onze eigen behoeften niet goed onderkennen, en dus verwaarlozen. We zijn met allerlei dingen bezig en zien niet echt waar we zelf behoefte aan hebben, staan daar niet bij stil. We hollen maar voort, in de hoop dat, door ons zo op de omgeving te richten, die onze behoeften zullen onderkennen en voor onze behoeften zullen opkomen . We zijn (onbewust) op zoek naar iemand die voor onze behoeften zorgt. Maar ... we zullen onherroepelijk ontdekken dat die iemand er niet is! We zoeken koortsachtig, zoeken het nu bij de een, dan bij de ander, het is als het springen op ijsschotsen. We springen weg net voordat we helemaal op onszelf teruggeworpen worden. Tot we op een gegeven moment ontdekken dat springen geen zin heeft. Het is per definitie gedoemd te mislukken, want we kunnen het alleen onszelf geven. Eerst moeten we weten wat onze ware behoeften zijn, die voortkomen uit ons ware zelf.
De spirituele traditie leert ons om de transformatie in ons zelf te vinden. Het is helend om vol mededogen naar binnen te kijken, en te ontdekken dan dat wijzelf het obstakel zijn dat ons weerhoudt van de liefde, die tussen ons en God in staat. Religie doet ons op mystieke wijze begrijpen dat het obstakel in onszelf ligt. (‘The obstacle is personal’). Het obstakel is ons ego, ons valse zelf, onze afweerpatronen, onze automatismen, die zowel emotioneel als mentaal van aard zijn. Aan de hand van de kennis van het enneagram kunnen we tot een hoger bewustzijn komen (=transformatie).
Transformatie is het omzetten van onze obstakels (wortelzonde) in hun tegendeel (‘vrucht van de geest’). Zo is het bijvoorbeeld voor de ZES de uitdaging om vrees om te zetten in moed. Als dat lukt is er sprake van transformatie.
Wat staat er tussen mij en God? Hetzelfde als wat er tussen mijn valse zelf en mijn ware zelf staat, namelijk onze wortelzonden. Voor de Perfectionist (EEN) staat de toorn en de constant oordelende geest er tussen. Voor de Gever (TWEE) staat trots in de weg. Voor de succesvolle werker (DRIE) moeten leugen en bedrog overwonnen worden. De Romanticus (VIER) zal zijn nijd (jaloezie) moeten overwinnen. Bij de Waarnemer (VIJF) staat de hebzucht in de weg. Bij de Loyalist (ZES) staat de angst tussen hem en zijn ware zelf. De Levensgenieter (ZEVEN) zal moeten leren om zijn onmatigheid te boven te komen. De Baas (ACHT) zal zijn schaamteloosheid moeten overwinnen. De Bemiddelaar (NEGEN) zal zijn luiheid moeten onderkennen. Wat deze trefwoorden precies inhouden is verder te lezen in de enneagramboeken. Het enneagram kan ons helpen om onze automatismen te herkennen zodat we ze los kunnen laten. Het gaat er om onze geest af te wenden van onze obstakels (onze wortelzonden, de patronen waarin we verstrikt zijn geraakt), zodat spirituele transformatie mogelijk wordt: ‘healing for our inner suffering’.
2. De typen, geordend per triade (triangle) De negenpuntige ster van het enneagram brengt de relatie in kaart tussen twee universele wetten van de mystiek. Dit zijn de Wet van Drie (Drie-eenheid) en de Wet van Zeven (terug te vinden in de muzikale toonladder). De Wet van Drie vinden we terug in de driehoek van het enneagram. Er zijn drie krachten nodig om een ontwikkeling in gang te zetten: scheppend, vernietigend en beschermend. Deze drie krachten werken dynamisch op elkaar in. Als een gebeurtenis eenmaal in gang is gezet treedt de Wet van Zeven in werking; deze wet bepaalt de opeenvolging in stadia via welke een gebeurtenis zich voordoet in de materiële wereld. Het model van het enneagram laat de versmelting van de twee genoemde wetten zien. Via de lijnen van het enneagram is visueel weergegeven hoe de twee wetten met elkaar in wisselwerking staan.
In het enneagram worden drie kerntypen onderscheiden, die eenzelfde mentale en emotionele thematiek hebben, namelijk de DRIE (het harttype), ZES (het hoofdtype) en de NEGEN (het buiktype). Aan weerszijden van deze kerntypen liggen de vleugeltypen, die variaties zijn van de kerntypen. Vleugeltypen vertegenwoordigen een geëxternaliseerde en geïnternaliseerde versie van het mentale en emotionele thema van hun kerntypen. Zo is de VIER de geïnternaliseerde versie van de DRIE, en de TWEE is de geëxternalieerde versie van de DRIE. De NEGEN met zijn twee vleugeltype hebben de neiging om tegen anderen in te gaan, de DRIE met zijn twee vleugeltypen hebben de neiging om naar anderen toe te gaan, terwijl de ZES en zijn twee vleugeltypen van anderen af willen gaan.
Hierna zijn de vleugeltypen als volgt aangeduid:
(i): introverte versie (vleugel) van het kerntype van het betreffende gebied;
(e): extraverte versie (vleugel) van het kerntype van het betreffende gebied.
>Upper triangle: the Body Centered Types in the belly center
De gedragspatronen van typen in de ‘upper triangel’, de Body centered Types, het buikgebied, zijn gericht op het zich bemoeien met anderen; ze houden zich bezig met de agenda van anderen. Ze zijn daarop geconcentreerd, en zien hen als (een stukje van) zichzelf. Ze gaan waar anderen heen gaan.
Hun mentale thema is zelfveronachtzaming; hun emotionele thema is woede.
* ACHT (e): ‘lust’ is het obstakel, ongeduld; de ACHT wil de baas zijn over anderen en is gericht op actie in de buitenwereld; transformatie vindt plaats door zich zijn zwakte bewust te worden (zich te richten op onschuld).
* NEGEN: zichzelf vergeten, luiheid (‘selfforgetting’, sloth) is het obstakel; de NEGEN laat alles langs zich heen gaan, gelooft het wel; transformatie vindt plaats door zich te richten op de daad (action, daadkracht).
* EEN (i): het obstakel is woede, ‘anger’; kritiek op anderen, het oordelen, roept innerlijke weerstand op; die woede wordt vervolgens onderdrukt en leidt tot wrok. Van belang is dat de woede ‘ontdekt’ wordt, waargenomen wordt; daarom niet meteen afkeuren, maar er laten zijn, ‘the inner observer’ ernaar laten kijken. Transformatie vindt plaats door zich te richten op blijmoedige gelatenheid (geduld); m.a.w.: voor de EEN is sereniteit van belang, d.w.z. dat zwart en wit bij elkaar horen, net als dag en nacht en goed en fout.
>Triangle of the Feeling Centered Types
Gedragspatronen van deze typen zijn gericht op het verkrijgen van positieve bijval van anderen.
Het mentale thema is imago (glamour of schone schijn); het emotionele thema is: ” Wat voel ik?”
* TWEE (e): trots (‘Pride’) is het obstakel (wil goedkeuring als ‘the best giver’); transformatie vindt plaats door deemoed, door onbaatzuchtig geven en/of helpen (‘you give what you can, and you do’nt care if others accept’).
* DRIE: leugen, bedrog (deceit) is het obstakel; de DRIE heeft alles over voor succes, zelfs leugen en bedrog; hij wil applaus voor z’n prestaties; transformatie vindt plaats door zich te richten op oprechtheid, eerlijkheid; ‘back to neutral’, leren jezelf te zijn, onafhankelijk van waardering en erkenning van anderen.
* VIER (i): nijd (‘envy’) is het obstakel; er is nijd (jaloezie) omdat anderen schijnen te hebben wat de VIER niet heeft; ‘als ik had wat anderen hebben zou ik gelukkig zijn, maar ik heb het niet’. Er is verlangen naar het ‘eeuwig ontbrekende’ (longing and missing). Dromen dat het ontbrekende zal verschijnen komen niet uit. Gevolg: lijden, teleurstelling. Transformatie vindt plaats door zich te richten op evenwicht (virtue of emotional balance). Het spirituele vermogen (bekwaamheid) van de ‘ínner observer’ is belangrijk: richten op ‘neutral position’; meditatie helpt het evenwicht te vinden.
>Triangle of the Mentally Centered Types (anst-typen)
Deze typen houden zich bezig met de vraag ‘how can I stand and face fear?’ M.a.w.: hoe kan ik met angst (vrees) leven. Dit is het gebied van het heen-en-weer geslingerd worden tussen twijfel en geloof. Bijv. steeds twijfelen of het enneagram wel het goede systeem is. Angst (vrees) wordt via mentale (re)actie tegemoet getreden. De opgave is terug te gaan naar de plaats waar we vandaan komen.
Hun mentale thema is paranoia; hun emotionele thema is angst.
* VIJF (i): gierigheid, hebzucht is het obstakel (avarice, greed); de gedachte “I know more about him than he knows about me”, is een strategie om de angst buiten te houden. Ze hebben de angst om overspoeld te worden door anderen. Verzamelen van kennis (weetgierigheid) is een schild om de eigen privacy te bewaken. Transformatie vindt plaats door los te laten, door te laten komen wat er komt. M.a.w.: zich niet hechten, onthechting (non-attachment, detachement) is voor de VIJF van belang, evenals zich richten op de objectieve werkelijkheid.
* ZES: is het klassieke angsttype; angst (vrees) is het obstakel. Transformatie vindt plaats door moed te stellen tegenover de angst. Het is voor hen helend om naar een plaats van stilte te gaan.
* ZEVEN (e): blokkade is onmatigheid, zwelgen (gluttony); wil wegvluchten van de pijn door (oppervlakkig) genieten; de ZEVEN maakt voortdurend plannen die gericht zijn op onmatig genieten. Transformatie vindt plaats door ‘ethical training’ en zich te richten op soberheid; het zich concentreren op één ding en het aangaan van commitment is belangrijk voor de ZEVEN, zodat diepgang wordt ervaren. Plezier wordt dan meer nuchter ervaren en minder als vlucht.
3. Het doel Het gaat er om jezelf interessant genoeg te vinden om te observeren! Het is belangrijk om van jezelf te houden (compassion). Observeer je mentale en emotionele strategieën, ‘the inner observer’ kan je vertellen wat jouw patronen zijn. Als je je type zoekt, probeer dan te selecteren tot er twee of drie types over blijven. Stel dan jezelf vragen over de kenmerkende verschillen van die typen (key-differences).
Vice - versa
De ‘inner observer’ is het voertuig van de spirituele ervaring: ‘My awareness is going there’.
In meditatie is er een heen-en-weer beweging van opkomen en loslaten van wat er in ons bewustzijn verschijnt. De adem kan ons helpen om de aandacht te stabiliseren. Het gaat er om steeds met je aandacht terug te gaan naar de adem: ‘going to the emptiness of breath’. Zo kunnen we in stilte ons zelf observeren, zodat we ons bewust zijn van ons zelf. We kunnen onze emoties, gedachten en fysieke gewaarwordingen waarnemen, en zo onze blokkades ontdekken die tussen mij (gedragspatronen van ons ego) en mijn ‘zelf’ (the inner observer; the emptiness of breath) in staan. Het is een heen-en-weer beweging, vice - versa, van opkomen en loslaten van gedachten en emoties. “It ‘s a great thing being liberated from the vice!” “It ‘s like praying”.
Het enneagram is een wegwijzer die ons de weg van de blokkades wijst, zodat we deze kunnen loslaten, en er niet vanuit blijven handelen.
“The enneagram is a roadmap, showing the way of the obstructions, to go empty, and not act out it!”
Let wel: “The journey is quite long!”
Om tot innerlijke transformatie te komen is ‘the inner observer’ nodig. We zijn ons uiteraard niet van alles bewust wat zich in en om ons afspeelt. Het gaat er om aan dat deel van je ‘mind’ te werken waarvan je je bewust bent: daarvoor ben je verantwoordelijk. Om te groeien heb je een enneagram-type nodig als referentiepunt, het helpt je jouw structuur te begrijpen en om je ego-patronen te herkennen.
Vleugels en lijnen
Aan weerszijden van de kerntypen liggen de vleugeltypen. Elk type wordt beïnvloed door zijn beide vleugeltypen. De karakteristieken van één van beide vleugeltypen zullen ons eigen type echter het meest kleuren. Voor elk type kan de invloed van zijn vleugeltypen heel verschillend zijn, daarom is geen enkel mens van hetzelfde type identiek.
Je vleugels helpen je om je type te verhelderen en jezelf beter te leren kennen. Je bent en blijft wel altijd je basistype. De ‘inner observer’ kan je helpen je vleugels te herkennen. Je vleugels kunnen je helpen je verder te ontwikkelen.
De onderling verbindende lijnen van het enneagram-model diagram laten zien dat het gaat om een dynamisch model. Behalve dat er vleugels worden onderscheiden op de rand van de cirkel lopen er ook lijnen tussen typen.Elk persoonlijkheidstype is namelijk samengesteld uit drie aspecten: het overheersende aspect (het type ‘puur’), het aspect dat in actie komt in stress-situaties (‘stress-point’), en het aspect dat op de voorgrond treedt in veilige omstandigheden (‘security-point’). De afbeelding hiernaast toont het diagram van de pijlen. Voor elk type ligt geeft de richting van de pijl het integratiepunt aan; het veilige punt ligt in de tegenovergeselde richting. Zo is de ACHT het integratiepunt voor de VIJF en de ZEVEN het spanningspunt. De verbindingslijnen voorspellen ook de veranderingen in de houding van het type die we onder veilige omstandigheden of bij stress kunnen verwachten. Vijven zijn bijvoorbeeld van zichzelf meestal rustig en teruggetrokken. Onder stress zullen ze zich naar de positie van de ZEVEN (Levensgenieter) bewegen. Ze doen zich vriendelijk voor en maken contact met mensen. In veilige omstandigheden zullen VIJVEN bewegen naar de kenmerken van de ACHT. Ze zullen dan op een VIJF-achtige wijze directief zijn tegenover anderen en hun persoonlijke ruimte onder controle houden.
De integratie- en desintegratielijnen kunnen de ‘inner observer’ erop attenderen hoe je bent in ontspannen situaties en in stress-situaties. In een ontspannen situatie voel je je comfortabel in je ‘security-point’, en heb je weinig behoefte aan ‘groei’. Het kan dan lijken of je er al bent, of je alles al hebt doorgemaakt en losgelaten. Dat is bedrieglijk, en dat blijkt wanneer we daarna in een stress-situatie komen; dan kan alles ontregeld raken. In een stress-situatie wordt onze passie maximaal geactiveerd, we ervaren deze dan op volle sterkte. Dit kan leiden tot bewustwording en loslaten van de passie. Bij het veilige punt is er een normale stroom van energie; bij het punt of type waar de afweermechanismen in de kindertijd gevormd zijn komt de energie in een bottleneck terecht. De energiestroom is het zwakst in het punt na de bottleneck, bij het stresspunt. Wanneer de afweermechanismen van het type ontoereikend zijn en je vast komt te zitten, dan komen de ultieme overlevingsstrategieën naar voren om ‘te redden wat er te redden valt’.
Het opwekken van en werken met energieën die geproduceerd worden door stress kan bevorderend zijn voor de psychische ontwikkeling. Zo zou de angstige ZES bij volle maan kunnen mediteren op de locale begraafplaats en zou de trotse TWEE zijn ik terug kunnen vinden door veel vloeren te schrobben. De teruggetrokken VIJF zou uitgedaagd kunnen worden om in het centrum van de belangstelling te improviseren op onverwachte situaties. Deze werkwijze, waarbij mensen op hun zwakke plek geraakt worden, kan leiden tot het loslaten van de patronen waarin we gevangen zijn. Gurdjieff heeft deze methode met succes toegepast. Een afwisseling van stress-situaties met ontspanning is meestal van belang voor een goede ontwikkeling. In de ontspannen situatie kunnen de aanzetten tot veranderingen die in de stress-situatie zijn opgeroepen doorzetten en geïntegreerd worden.
De mate waarin we in staat zijn ons gedrag te veranderen is, behalve van de situatie (stress - veilig) ook afhankelijk van de mate waarin we ons identificeren met de basiskenmerken van ons type. Wanneer we sterk opgaan in onze mentale en emotionele gewoonten komen we er niet toe ons eigen gedrag objectief te observeren omdat we geen afstand kunnen nemen van ons gedrag. We hebben dan de vrijheid van keuze verloren.
Het gaat er bij het enneagram dus primair om je gedragspatronen te leren herkennen die de obstakels zijn tussen jou en God, en tussen je valse en ware zelf. De vleugels en lijnen kunnen je helpen je basistype te identificeren, en je mentale en emotionele gedragspatronen beter te onderkennen. Uiteindelijk gaat het er niet om je op gedragingen van een andere type dat jij niet bent te richten; je hoeft als zodanig niet gedrag je eigen te maken dat typerend is voor je vleugels of je (des)integratiepunt, of van andere typen: het gaat om herkennen en loslaten van de wortelzonde die kenmerkend is voor jou type, zodat er ruimte ontstaat om je te richten op de ‘vrucht van de geest’.
Met andere woorden: transformatie is het doel, het enneagram is daarbij een middel, en meditatiebeoefening helpt ons deze transformatie te realiseren door middel van de heen-en-weerbeweging tussen onze adem en wat zich in ons bewustzijn voordoet; onze ‘inner observer’ registreert die beweging. Oefening kan leiden tot bewustwording en loslaten.
“Make a friend of your mind! You cannot stop your mind, your fear; notice the emotional survival-strategy, notice it, recognize it, look at it, name it, and let it go in the emptiness of breath!”
“The journey is quite long!”
Thank you, Helen!
(Deze tekst is van Adriaan de Heer en is een uitwerking van eigen aantekeningen)
1. Waartoe dient het enneagram? In het enneagram is er een samengaan van psychologie en spiritualiteit. Het enneagram maakt ons er van bewust dat we op een “automatische” manier reageren op levensomstandigheden, en dat we in dergelijke automatismen vast kunnen komen te zitten. We kunnen er door gevangen raken zonder dat we het in de gaten hebben. Automatismen hebben een lange geschiedenis van emotionele survival achter zich. Gedragspatronen of automatisme ontstaan als volgt.
We worden geboren met een bepaalde aanleg, met een bepaald emotioneel temperament. Als een kind ter wereld komt heeft het bepaalde emotionele behoeften, met de behoefte aan veiligheid en vertrouwen (basic trust); (zie Maslow). Al heel vroeg zijn we overlevingsstrategieën gaan ontwikkelen om aan onze basisbehoeften te voldoen, om ons te verzekeren van liefde en vertrouwen en angst om niet te zullen overleven te vermijden. Onze opvoeders in de vroege jeugd reageerden op onze signalen. Gedrag van ons dat beloond werd hebben we verder ontwikkeld om de kans op overleven te vergroten. Gedrag dat een veiligheidsgevoel teweeg bracht herhaalden we, gedrag dat geen succes had leerden we af.
Volgens Jung hebben we een archetypische aanleg tot bepaalde gedragspatronen. Volgens hem stamt veel van onze archetypische aanleg nog uit de oertijd, bijv. emoties als angst en agressie samenhangend met aanval- en verdedigingsstrategieën uit de tijd dat de mens nog tot de diersoorten behoorde. (Zie ook: “Emotionele intelligentie” van Daniël Goleman). De mens heeft in zijn collectief onbewuste een schatkamer aan potentiële gedragsmogelijkheden verzameld. Welke van die mogelijkheden benut worden hangt af van aanleg, omgeving en eigen keus.
Op basis van die aanleg (nature) en overlevingsstrategieën (nurture) ontwikkelden we een bepaald regelmatig terugkerend gedrag: het gedragsrepertoire dat bij ons hoort, dat ons typeert. Dit type-gedrag is niet kenmerkend voor onze essentie, maar het typeert ons ego, ons valse zelf, waarmee we ons identificeren: “Dit ben ik”.
We zetten die gedragspatronen in om te overleven; het zijn automatismen die ons snel ter beschikking staan. We hebben deze patronen als kind aangeleerd en zetten die voort in de volwassenheid omdat het ons repertoire is. We weten niet beter. Maar als volwassene hebben we die patronen, die ons als kind hielpen overleven, niet meer zo nodig. Ze gaan ons op een gegeven moment zelfs belemmeren in onze ontwikkeling.
Op een gegeven moment in ons leven, bijv. in de midlifecrisis, kunnen we vastlopen als we onze patronen niet flexibel maken. Onze automatismen kunnen ons steeds meer benauwen en beperken, en er kan onvrede ontstaan met onszelf, met de wereld om ons heen. We kunnen vervreemding ervaren, leegte en angst. Die onvrede is in eerste instantie onbewust. We projecteren ons ongenoegen op de omgeving; ‘de ander staat ons geluk in de weg’. Verder begrijp je anderen vaak niet omdat je denkt dat ieder is zoals jij bent.
Deze onvrede kan ons motiveren tot een spirituele zoektocht: ‘er is toch meer tussen hemel en aarde dan dit ... lijden’. Ons “ware zelf” zegt ons dat het anders kan. Maar ook contact krijgen met onze essentie, onze goddelijke kern, kan moeizaam gaan, want daarvoor moeten we ons valse zelf, ons ego, onze overlevingsmechanismen, loslaten, en dat willen we niet. We verwarren ons valse zelf met ons ware zelf en denken dat we met het loslaten van ons ego onze essentie kwijt raken, terwijl we die juist kunnen winnen. Het dreigende verlies van ons (valse) zelf is beangstigend. Dat is een blokkade die staat tussen het ego en het ware zelf. ‘It’s the obstacle that stands between me and God’
Onze zoektocht kan ons er dan toe brengen dat je komt tot zelfkennis door middel van ‘the inner observer’. Dit is het voertuig van ons bewustzijn (vehicle of consciousness).
Je kunt met je aandacht gaan waarheen je wilt: je kunt je aandacht sturen, je kunt met je aandacht zowel naar plaatsen buiten je lichaam als naar plaatsen in je lichaam gaan.
Zo herkennen we ‘the inner observer’, de getuige van ons bewustzijn. Via de innerlijke waarnemer kunnen we onszelf observeren. We kunnen aldus leren gewaar te zijn van ons bewustzijn (witnessing consciousness).
Waaruit bestaat ons ‘lijden’? Wel, onze emotionele en mentale survival-strategie is gericht op het inschatten van en inspelen op de behoeften van anderen. Dat staat zo centraal, dat we onze eigen behoeften niet goed onderkennen, en dus verwaarlozen. We zijn met allerlei dingen bezig en zien niet echt waar we zelf behoefte aan hebben, staan daar niet bij stil. We hollen maar voort, in de hoop dat, door ons zo op de omgeving te richten, die onze behoeften zullen onderkennen en voor onze behoeften zullen opkomen . We zijn (onbewust) op zoek naar iemand die voor onze behoeften zorgt. Maar ... we zullen onherroepelijk ontdekken dat die iemand er niet is! We zoeken koortsachtig, zoeken het nu bij de een, dan bij de ander, het is als het springen op ijsschotsen. We springen weg net voordat we helemaal op onszelf teruggeworpen worden. Tot we op een gegeven moment ontdekken dat springen geen zin heeft. Het is per definitie gedoemd te mislukken, want we kunnen het alleen onszelf geven. Eerst moeten we weten wat onze ware behoeften zijn, die voortkomen uit ons ware zelf.
De spirituele traditie leert ons om de transformatie in ons zelf te vinden. Het is helend om vol mededogen naar binnen te kijken, en te ontdekken dan dat wijzelf het obstakel zijn dat ons weerhoudt van de liefde, die tussen ons en God in staat. Religie doet ons op mystieke wijze begrijpen dat het obstakel in onszelf ligt. (‘The obstacle is personal’). Het obstakel is ons ego, ons valse zelf, onze afweerpatronen, onze automatismen, die zowel emotioneel als mentaal van aard zijn. Aan de hand van de kennis van het enneagram kunnen we tot een hoger bewustzijn komen (=transformatie).
Transformatie is het omzetten van onze obstakels (wortelzonde) in hun tegendeel (‘vrucht van de geest’). Zo is het bijvoorbeeld voor de ZES de uitdaging om vrees om te zetten in moed. Als dat lukt is er sprake van transformatie.
Wat staat er tussen mij en God? Hetzelfde als wat er tussen mijn valse zelf en mijn ware zelf staat, namelijk onze wortelzonden. Voor de Perfectionist (EEN) staat de toorn en de constant oordelende geest er tussen. Voor de Gever (TWEE) staat trots in de weg. Voor de succesvolle werker (DRIE) moeten leugen en bedrog overwonnen worden. De Romanticus (VIER) zal zijn nijd (jaloezie) moeten overwinnen. Bij de Waarnemer (VIJF) staat de hebzucht in de weg. Bij de Loyalist (ZES) staat de angst tussen hem en zijn ware zelf. De Levensgenieter (ZEVEN) zal moeten leren om zijn onmatigheid te boven te komen. De Baas (ACHT) zal zijn schaamteloosheid moeten overwinnen. De Bemiddelaar (NEGEN) zal zijn luiheid moeten onderkennen. Wat deze trefwoorden precies inhouden is verder te lezen in de enneagramboeken. Het enneagram kan ons helpen om onze automatismen te herkennen zodat we ze los kunnen laten. Het gaat er om onze geest af te wenden van onze obstakels (onze wortelzonden, de patronen waarin we verstrikt zijn geraakt), zodat spirituele transformatie mogelijk wordt: ‘healing for our inner suffering’.
2. De typen, geordend per triade (triangle) De negenpuntige ster van het enneagram brengt de relatie in kaart tussen twee universele wetten van de mystiek. Dit zijn de Wet van Drie (Drie-eenheid) en de Wet van Zeven (terug te vinden in de muzikale toonladder). De Wet van Drie vinden we terug in de driehoek van het enneagram. Er zijn drie krachten nodig om een ontwikkeling in gang te zetten: scheppend, vernietigend en beschermend. Deze drie krachten werken dynamisch op elkaar in. Als een gebeurtenis eenmaal in gang is gezet treedt de Wet van Zeven in werking; deze wet bepaalt de opeenvolging in stadia via welke een gebeurtenis zich voordoet in de materiële wereld. Het model van het enneagram laat de versmelting van de twee genoemde wetten zien. Via de lijnen van het enneagram is visueel weergegeven hoe de twee wetten met elkaar in wisselwerking staan.
In het enneagram worden drie kerntypen onderscheiden, die eenzelfde mentale en emotionele thematiek hebben, namelijk de DRIE (het harttype), ZES (het hoofdtype) en de NEGEN (het buiktype). Aan weerszijden van deze kerntypen liggen de vleugeltypen, die variaties zijn van de kerntypen. Vleugeltypen vertegenwoordigen een geëxternaliseerde en geïnternaliseerde versie van het mentale en emotionele thema van hun kerntypen. Zo is de VIER de geïnternaliseerde versie van de DRIE, en de TWEE is de geëxternalieerde versie van de DRIE. De NEGEN met zijn twee vleugeltype hebben de neiging om tegen anderen in te gaan, de DRIE met zijn twee vleugeltypen hebben de neiging om naar anderen toe te gaan, terwijl de ZES en zijn twee vleugeltypen van anderen af willen gaan.
Hierna zijn de vleugeltypen als volgt aangeduid:
(i): introverte versie (vleugel) van het kerntype van het betreffende gebied;
(e): extraverte versie (vleugel) van het kerntype van het betreffende gebied.
>Upper triangle: the Body Centered Types in the belly center
De gedragspatronen van typen in de ‘upper triangel’, de Body centered Types, het buikgebied, zijn gericht op het zich bemoeien met anderen; ze houden zich bezig met de agenda van anderen. Ze zijn daarop geconcentreerd, en zien hen als (een stukje van) zichzelf. Ze gaan waar anderen heen gaan.
Hun mentale thema is zelfveronachtzaming; hun emotionele thema is woede.
* ACHT (e): ‘lust’ is het obstakel, ongeduld; de ACHT wil de baas zijn over anderen en is gericht op actie in de buitenwereld; transformatie vindt plaats door zich zijn zwakte bewust te worden (zich te richten op onschuld).
* NEGEN: zichzelf vergeten, luiheid (‘selfforgetting’, sloth) is het obstakel; de NEGEN laat alles langs zich heen gaan, gelooft het wel; transformatie vindt plaats door zich te richten op de daad (action, daadkracht).
* EEN (i): het obstakel is woede, ‘anger’; kritiek op anderen, het oordelen, roept innerlijke weerstand op; die woede wordt vervolgens onderdrukt en leidt tot wrok. Van belang is dat de woede ‘ontdekt’ wordt, waargenomen wordt; daarom niet meteen afkeuren, maar er laten zijn, ‘the inner observer’ ernaar laten kijken. Transformatie vindt plaats door zich te richten op blijmoedige gelatenheid (geduld); m.a.w.: voor de EEN is sereniteit van belang, d.w.z. dat zwart en wit bij elkaar horen, net als dag en nacht en goed en fout.
>Triangle of the Feeling Centered Types
Gedragspatronen van deze typen zijn gericht op het verkrijgen van positieve bijval van anderen.
Het mentale thema is imago (glamour of schone schijn); het emotionele thema is: ” Wat voel ik?”
* TWEE (e): trots (‘Pride’) is het obstakel (wil goedkeuring als ‘the best giver’); transformatie vindt plaats door deemoed, door onbaatzuchtig geven en/of helpen (‘you give what you can, and you do’nt care if others accept’).
* DRIE: leugen, bedrog (deceit) is het obstakel; de DRIE heeft alles over voor succes, zelfs leugen en bedrog; hij wil applaus voor z’n prestaties; transformatie vindt plaats door zich te richten op oprechtheid, eerlijkheid; ‘back to neutral’, leren jezelf te zijn, onafhankelijk van waardering en erkenning van anderen.
* VIER (i): nijd (‘envy’) is het obstakel; er is nijd (jaloezie) omdat anderen schijnen te hebben wat de VIER niet heeft; ‘als ik had wat anderen hebben zou ik gelukkig zijn, maar ik heb het niet’. Er is verlangen naar het ‘eeuwig ontbrekende’ (longing and missing). Dromen dat het ontbrekende zal verschijnen komen niet uit. Gevolg: lijden, teleurstelling. Transformatie vindt plaats door zich te richten op evenwicht (virtue of emotional balance). Het spirituele vermogen (bekwaamheid) van de ‘ínner observer’ is belangrijk: richten op ‘neutral position’; meditatie helpt het evenwicht te vinden.
>Triangle of the Mentally Centered Types (anst-typen)
Deze typen houden zich bezig met de vraag ‘how can I stand and face fear?’ M.a.w.: hoe kan ik met angst (vrees) leven. Dit is het gebied van het heen-en-weer geslingerd worden tussen twijfel en geloof. Bijv. steeds twijfelen of het enneagram wel het goede systeem is. Angst (vrees) wordt via mentale (re)actie tegemoet getreden. De opgave is terug te gaan naar de plaats waar we vandaan komen.
Hun mentale thema is paranoia; hun emotionele thema is angst.
* VIJF (i): gierigheid, hebzucht is het obstakel (avarice, greed); de gedachte “I know more about him than he knows about me”, is een strategie om de angst buiten te houden. Ze hebben de angst om overspoeld te worden door anderen. Verzamelen van kennis (weetgierigheid) is een schild om de eigen privacy te bewaken. Transformatie vindt plaats door los te laten, door te laten komen wat er komt. M.a.w.: zich niet hechten, onthechting (non-attachment, detachement) is voor de VIJF van belang, evenals zich richten op de objectieve werkelijkheid.
* ZES: is het klassieke angsttype; angst (vrees) is het obstakel. Transformatie vindt plaats door moed te stellen tegenover de angst. Het is voor hen helend om naar een plaats van stilte te gaan.
* ZEVEN (e): blokkade is onmatigheid, zwelgen (gluttony); wil wegvluchten van de pijn door (oppervlakkig) genieten; de ZEVEN maakt voortdurend plannen die gericht zijn op onmatig genieten. Transformatie vindt plaats door ‘ethical training’ en zich te richten op soberheid; het zich concentreren op één ding en het aangaan van commitment is belangrijk voor de ZEVEN, zodat diepgang wordt ervaren. Plezier wordt dan meer nuchter ervaren en minder als vlucht.
3. Het doel Het gaat er om jezelf interessant genoeg te vinden om te observeren! Het is belangrijk om van jezelf te houden (compassion). Observeer je mentale en emotionele strategieën, ‘the inner observer’ kan je vertellen wat jouw patronen zijn. Als je je type zoekt, probeer dan te selecteren tot er twee of drie types over blijven. Stel dan jezelf vragen over de kenmerkende verschillen van die typen (key-differences).
Vice - versa
De ‘inner observer’ is het voertuig van de spirituele ervaring: ‘My awareness is going there’.
In meditatie is er een heen-en-weer beweging van opkomen en loslaten van wat er in ons bewustzijn verschijnt. De adem kan ons helpen om de aandacht te stabiliseren. Het gaat er om steeds met je aandacht terug te gaan naar de adem: ‘going to the emptiness of breath’. Zo kunnen we in stilte ons zelf observeren, zodat we ons bewust zijn van ons zelf. We kunnen onze emoties, gedachten en fysieke gewaarwordingen waarnemen, en zo onze blokkades ontdekken die tussen mij (gedragspatronen van ons ego) en mijn ‘zelf’ (the inner observer; the emptiness of breath) in staan. Het is een heen-en-weer beweging, vice - versa, van opkomen en loslaten van gedachten en emoties. “It ‘s a great thing being liberated from the vice!” “It ‘s like praying”.
Het enneagram is een wegwijzer die ons de weg van de blokkades wijst, zodat we deze kunnen loslaten, en er niet vanuit blijven handelen.
“The enneagram is a roadmap, showing the way of the obstructions, to go empty, and not act out it!”
Let wel: “The journey is quite long!”
Om tot innerlijke transformatie te komen is ‘the inner observer’ nodig. We zijn ons uiteraard niet van alles bewust wat zich in en om ons afspeelt. Het gaat er om aan dat deel van je ‘mind’ te werken waarvan je je bewust bent: daarvoor ben je verantwoordelijk. Om te groeien heb je een enneagram-type nodig als referentiepunt, het helpt je jouw structuur te begrijpen en om je ego-patronen te herkennen.
Vleugels en lijnen
Aan weerszijden van de kerntypen liggen de vleugeltypen. Elk type wordt beïnvloed door zijn beide vleugeltypen. De karakteristieken van één van beide vleugeltypen zullen ons eigen type echter het meest kleuren. Voor elk type kan de invloed van zijn vleugeltypen heel verschillend zijn, daarom is geen enkel mens van hetzelfde type identiek.
Je vleugels helpen je om je type te verhelderen en jezelf beter te leren kennen. Je bent en blijft wel altijd je basistype. De ‘inner observer’ kan je helpen je vleugels te herkennen. Je vleugels kunnen je helpen je verder te ontwikkelen.
De onderling verbindende lijnen van het enneagram-model diagram laten zien dat het gaat om een dynamisch model. Behalve dat er vleugels worden onderscheiden op de rand van de cirkel lopen er ook lijnen tussen typen.Elk persoonlijkheidstype is namelijk samengesteld uit drie aspecten: het overheersende aspect (het type ‘puur’), het aspect dat in actie komt in stress-situaties (‘stress-point’), en het aspect dat op de voorgrond treedt in veilige omstandigheden (‘security-point’). De afbeelding hiernaast toont het diagram van de pijlen. Voor elk type ligt geeft de richting van de pijl het integratiepunt aan; het veilige punt ligt in de tegenovergeselde richting. Zo is de ACHT het integratiepunt voor de VIJF en de ZEVEN het spanningspunt. De verbindingslijnen voorspellen ook de veranderingen in de houding van het type die we onder veilige omstandigheden of bij stress kunnen verwachten. Vijven zijn bijvoorbeeld van zichzelf meestal rustig en teruggetrokken. Onder stress zullen ze zich naar de positie van de ZEVEN (Levensgenieter) bewegen. Ze doen zich vriendelijk voor en maken contact met mensen. In veilige omstandigheden zullen VIJVEN bewegen naar de kenmerken van de ACHT. Ze zullen dan op een VIJF-achtige wijze directief zijn tegenover anderen en hun persoonlijke ruimte onder controle houden.
De integratie- en desintegratielijnen kunnen de ‘inner observer’ erop attenderen hoe je bent in ontspannen situaties en in stress-situaties. In een ontspannen situatie voel je je comfortabel in je ‘security-point’, en heb je weinig behoefte aan ‘groei’. Het kan dan lijken of je er al bent, of je alles al hebt doorgemaakt en losgelaten. Dat is bedrieglijk, en dat blijkt wanneer we daarna in een stress-situatie komen; dan kan alles ontregeld raken. In een stress-situatie wordt onze passie maximaal geactiveerd, we ervaren deze dan op volle sterkte. Dit kan leiden tot bewustwording en loslaten van de passie. Bij het veilige punt is er een normale stroom van energie; bij het punt of type waar de afweermechanismen in de kindertijd gevormd zijn komt de energie in een bottleneck terecht. De energiestroom is het zwakst in het punt na de bottleneck, bij het stresspunt. Wanneer de afweermechanismen van het type ontoereikend zijn en je vast komt te zitten, dan komen de ultieme overlevingsstrategieën naar voren om ‘te redden wat er te redden valt’.
Het opwekken van en werken met energieën die geproduceerd worden door stress kan bevorderend zijn voor de psychische ontwikkeling. Zo zou de angstige ZES bij volle maan kunnen mediteren op de locale begraafplaats en zou de trotse TWEE zijn ik terug kunnen vinden door veel vloeren te schrobben. De teruggetrokken VIJF zou uitgedaagd kunnen worden om in het centrum van de belangstelling te improviseren op onverwachte situaties. Deze werkwijze, waarbij mensen op hun zwakke plek geraakt worden, kan leiden tot het loslaten van de patronen waarin we gevangen zijn. Gurdjieff heeft deze methode met succes toegepast. Een afwisseling van stress-situaties met ontspanning is meestal van belang voor een goede ontwikkeling. In de ontspannen situatie kunnen de aanzetten tot veranderingen die in de stress-situatie zijn opgeroepen doorzetten en geïntegreerd worden.
De mate waarin we in staat zijn ons gedrag te veranderen is, behalve van de situatie (stress - veilig) ook afhankelijk van de mate waarin we ons identificeren met de basiskenmerken van ons type. Wanneer we sterk opgaan in onze mentale en emotionele gewoonten komen we er niet toe ons eigen gedrag objectief te observeren omdat we geen afstand kunnen nemen van ons gedrag. We hebben dan de vrijheid van keuze verloren.
Het gaat er bij het enneagram dus primair om je gedragspatronen te leren herkennen die de obstakels zijn tussen jou en God, en tussen je valse en ware zelf. De vleugels en lijnen kunnen je helpen je basistype te identificeren, en je mentale en emotionele gedragspatronen beter te onderkennen. Uiteindelijk gaat het er niet om je op gedragingen van een andere type dat jij niet bent te richten; je hoeft als zodanig niet gedrag je eigen te maken dat typerend is voor je vleugels of je (des)integratiepunt, of van andere typen: het gaat om herkennen en loslaten van de wortelzonde die kenmerkend is voor jou type, zodat er ruimte ontstaat om je te richten op de ‘vrucht van de geest’.
Met andere woorden: transformatie is het doel, het enneagram is daarbij een middel, en meditatiebeoefening helpt ons deze transformatie te realiseren door middel van de heen-en-weerbeweging tussen onze adem en wat zich in ons bewustzijn voordoet; onze ‘inner observer’ registreert die beweging. Oefening kan leiden tot bewustwording en loslaten.
“Make a friend of your mind! You cannot stop your mind, your fear; notice the emotional survival-strategy, notice it, recognize it, look at it, name it, and let it go in the emptiness of breath!”
“The journey is quite long!”
Thank you, Helen!
(Deze tekst is van Adriaan de Heer en is een uitwerking van eigen aantekeningen)