UItdrukken of inslikken
Het ego kan zich ontwikkelen als het uitgangspunt ‘vrede’, wordt vervangen door het uitgangspunt ‘bevrediging’.
Zoeken naar bevrediging impliceert dat er sprake is van onvrede. Er is geen balans in hier en nu. Wat + + was,
is - - geworden.
Het gemis in vrede vertaalt zich in drie verschillende gevoelens, namelijk:
1. woede/verzet
2. angst/wantrouwen
3. verdriet/heimwee
Ieder van ons kiest één gevoel als centraal thema. Op het basisgevoel komt een reactie (pleister) in de vorm van
één centraal verlangen, namelijk:
1. verlangen naar autonomie/heelheid
2. verlangen naar zekerheid/veiligheid
3. verlangen naar koestering/aandacht
Dit is de life mission (ego-ideaal) van het ego.
De tweede pleister is de keuze in life strategy. Hier bepaalt het ego via welke strategie de gekozen levensmissie wordt gerealiseerd. Er zijn drie strategieën waaruit het ego één hoofdstrategie ‘kiest’:
1. een pakkende strategie
2. een werkende strategie
3. een terugtrekkende strategie
Hieronder vind je een toelichting op deze drie strategieën.
Pakkers en Werkers zoeken uitdrukking
Het gaat ons allemaal om het zoeken naar bevrediging (van het ego-ideaal). De strategieën van zowel de Pakkers als de Werkers zijn naarbuiten gericht. ‘Buiten’ wil zeggen gericht op de vorm, op de materie. Bevrediging van het ego-ideaal kan pas plaatsvinden via zichtbare, hoorbare, voelbare, tastbare ‘dingen’. Denk bij het woord ‘dingen’ niet alleen aan voorwerpen. Hier worden ook levende wezens mee bedoeld, evenals abstracties als ‘taal’, ervaringen, creaties en processen. Al die ‘dingen’ worden ‘buiten’ waargenomen en naar ‘buiten’ uitgedrukt. ‘Binnen’ is daarbij ‘vertrek- en aankomsthal’. ‘Pas als het vorm heeft, voegt het mogelijk iets toe aan mijn ego-ideaal’, zo denken de Pakkers en de werkers.
Het grote verschil tussen Pakken en Werken is de rol van ‘jij’ (= de mensen om ons heen). Voor de Pakkers is ‘jij’ een instrument, een middel. Met dat instrument kan de ene Pakker (type 8) zijn ruimte, bezit en onoverwinnelijkheid veroveren (‘jij’ als onderdaan). Terwijl de andere Pakker (type 7) zijn onafhankelijkheid, levendigheid en veelheid kan garanderen (‘jij’ als supporter). De derde Pakker (type 3) ziet ‘jij’ als instrument om zijn scheppingsdrang te verwezenlijken (‘jij’ als productie-eenheid) en om zijn glanzende prestaties te spiegelen (‘jij’ als publiek).
Alle drie de Pakkers zien ‘jij’ als ‘vorm’ of ‘object’ waarmee ze enerzijds hun ego-ideaal kunnen uitdrukken en waaraan ze anderzijds hun ego-ideaal kunnen spiegelen. Heb je als type 8 bijvoorbeeld veel ‘onderdanen’, dan versterkt dat je onoverwinnelijkheid, terwijl bovendien de ‘onderdanige’ blik in hun ogen het stoffelijk bewijs is van je macht.
Voor de Werkers is ‘jij’ een geprojecteerde ‘ik’. ‘Jij’ is de ‘arme sloeber’ die gebukt gaat onder angst, feilbaarheid of gebrek aan koestering. Op de een of andere manier heb ‘jij’ hulp nodig, zo ervaren de Werkers. Ook hier is alle energie op ‘buiten’ gericht waarbij de ‘jij’ fungeert als object waarop de eigen identiteit wordt geprojecteerd.
Dit ‘object’ moet de hulp en offers wél aanvaarden. Geen aanvaarding betekent immers geen redding voor de geprojecteerde ‘ik’ en dus ook niet voor de echte ‘ik’. Want daar gaat het allemaal om: via ‘hulp’ van de ‘jij’ én de aanvaarding van die hulp is de weg vrij om een ‘beloning’ te ‘pakken’.
Welke beloning?
De ene Helper (type 6) ontvangt solidariteit, kameraadschap en zekerheid als de ‘jij’ aan de geboden hulp gehoorzaamt. De andere Helper (type 2) ontvangt dankbaarheid, afhankelijkheid en aandacht als de ‘jij’ de goedbedoelde wil volgt. En de derde Helper (type 1) ontvangt superioriteit, foutloosheid en integriteit als de ‘jij’ de met kracht geuite ‘reparaties’ uitvoert.
Ook hier zien we dat de energie gericht is op de vorm. De drie Helpers richten hun zintuigen op daar ‘buiten’. Via een uitvergrote waarneming herkennen ze dáár pas hun eigen gemis en verlangen. Eenmaal waargenomen, richt hun hulp zich op compensatie van het gemis en inlossing van het verlangen. Volgt de ‘jij’, dan is dat een bewijs voor de eigen goedheid en mag de beloning geïnd worden.
Terugtrekkers keren naar binnen
De Terugtrekkers vormen ten opzichte van de Pakkers en Werkers een aparte groep wat betreft de energiebesteding van het brein. Waar Pakkers en Werkers zich richten op de wereld, is de energierichting bij de
Terugtrekkers omgekeerd: op zichzelf. Je zou kunnen stellen dat de Terugtrekkers de hoop op een voedende wereld hebben opgegeven. En is het foerageren 'buiten' te gevaarlijk, dan is er misschien 'binnen' nog iets te vinden. Vanuit die ‘wetenschap’ ligt het voor de hand om autonomie, veiligheid of aandacht in jezelf te zoeken.
Kenmerkend is het gedrag bij stress. Waar de Pakkers en Werkers bij stress de neiging hebben om zich meer extravert te gedragen, zien we bij de Terugtrekkers een toenemende introverte tendens. In dat geval wordt de bedreiging buiten gehouden door nog meer in zichzelf te keren.
De ene Terugtrekker (type 4) vindt bevrediging in het opgaan in de eigen gevoelens. Alle wisselende innerlijke roerselen worden tot op de laatste druppel uitgeknepen met als resultaat een voortdurend zelfbesef. Slechts korte momenten van interactie met ‘buiten’ zijn voldoende om de gevoelens opnieuw op te poken en intens te voelen hoe ‘anders’ en ‘afwijkend’ de ‘ik’ feitelijk is. Veel prikkels van ‘buiten’ worden geweerd, omdat dan de innerlijke gevoelsstroom wordt getemperd. Zolang dit proces van zelfbewustzijn voortgaat, is dit type voorzien
van aandacht.
De andere Terugtrekker (type 5) kiest ervoor op te gaan in de eigen gedachten. Gevoelens worden nu geëlimineerd als zijnde storend voor het voortgaan van het denkproces. Hoewel observatie van de buitenwereld de bron van het denken vormt, is die observatie zelf van korte duur. Al snel gaat het brein in hoog tempo de geobserveerde feiten diepgaand ontrafelen. Zolang het brein in dit proces verwikkeld is, is dit type redelijk voorzien van een gevoel van beheersing en veiligheid. Prikkels van ‘buiten’ maken dit type nerveus, omdat het denkproces wordt verstoord.
De derde Terugtrekker (type 9) heeft een bijzondere vorm van innerlijke bevrediging, namelijk door gedachten én gevoelens ongedifferentieerd te laten. Het denken en voelen is al snel één grote brei, waaruit allerlei fantasieën kunnen opborrelen. En wat één is, laat zich niet kennen. Vele prikkels van ‘buiten’ komen terecht in de vredig klotsende ‘brei’ en blijven daar onbewust meedeinen. Zijn er veel prikkels, dan dreigt alsnog gedachtevorming, wat er toe leidt dat ook dit type veel (eisende) prikkels uit de weg gaat. Zolang het brein in
deze vorm van ‘bewustzijnsslaap’ verkeert, is dit type redelijk voorzien aangezien het een vredige innerlijke heelheid ervaart.
Pro-actief of afwachtend
Pakkers en Werkers zijn de ‘doeners’ in onze samenleving. De Pakkers nemen daarbij het initiatief en de Werkers willen gemakkelijk volgen en invloed uitoefenen om, gedurende de uitwerking van dat initiatief, de ontwikkelingen conform hun ego-ideaal te laten verlopen. Volgt de Werker een contrafobische strategie dan toont het type zich onafhankelijk en autoritair. Volgt de Werker een fobische strategie dan is de geboden ‘hulp’ afgestemd op een externe autoriteit en toont het gedrag voorzichtig.
De Terugtrekkers zijn de ‘wachters’ in onze samenleving. Met de energie gericht op het eigen innerlijk is het vanzelfsprekend dat minder energie overblijft om ‘buiten’ te beïnvloeden. Deze ‘zuinigheid’ is op vele manieren merkbaar. Inbreng, aanpassing, intensiteit en voortgang van vele processen gaan nét even wat gematigder, bescheidener en trager dan bij de Pakkers en Werkers. Daarbij is steeds de tendens merkbaar om (een overdaad aan) prikkels te ontlopen. Dat de terugtrekkende strategie koppelt met de - + life position is dan ook geen verrassing.
Overigens kunnen Terugtrekkers, als ze zich veilig voelen, zeer van zich doen spreken. Is de omgeving vertrouwd en zijn de betrokkenen bekend dan kan de Terugtrekker zich plotseling uitbundig, fel, praatgraag of druk gedragen, zeker binnen zijn of haar interessegebied !
Het ego kan zich ontwikkelen als het uitgangspunt ‘vrede’, wordt vervangen door het uitgangspunt ‘bevrediging’.
Zoeken naar bevrediging impliceert dat er sprake is van onvrede. Er is geen balans in hier en nu. Wat + + was,
is - - geworden.
Het gemis in vrede vertaalt zich in drie verschillende gevoelens, namelijk:
1. woede/verzet
2. angst/wantrouwen
3. verdriet/heimwee
Ieder van ons kiest één gevoel als centraal thema. Op het basisgevoel komt een reactie (pleister) in de vorm van
één centraal verlangen, namelijk:
1. verlangen naar autonomie/heelheid
2. verlangen naar zekerheid/veiligheid
3. verlangen naar koestering/aandacht
Dit is de life mission (ego-ideaal) van het ego.
De tweede pleister is de keuze in life strategy. Hier bepaalt het ego via welke strategie de gekozen levensmissie wordt gerealiseerd. Er zijn drie strategieën waaruit het ego één hoofdstrategie ‘kiest’:
1. een pakkende strategie
2. een werkende strategie
3. een terugtrekkende strategie
Hieronder vind je een toelichting op deze drie strategieën.
Pakkers en Werkers zoeken uitdrukking
Het gaat ons allemaal om het zoeken naar bevrediging (van het ego-ideaal). De strategieën van zowel de Pakkers als de Werkers zijn naarbuiten gericht. ‘Buiten’ wil zeggen gericht op de vorm, op de materie. Bevrediging van het ego-ideaal kan pas plaatsvinden via zichtbare, hoorbare, voelbare, tastbare ‘dingen’. Denk bij het woord ‘dingen’ niet alleen aan voorwerpen. Hier worden ook levende wezens mee bedoeld, evenals abstracties als ‘taal’, ervaringen, creaties en processen. Al die ‘dingen’ worden ‘buiten’ waargenomen en naar ‘buiten’ uitgedrukt. ‘Binnen’ is daarbij ‘vertrek- en aankomsthal’. ‘Pas als het vorm heeft, voegt het mogelijk iets toe aan mijn ego-ideaal’, zo denken de Pakkers en de werkers.
Het grote verschil tussen Pakken en Werken is de rol van ‘jij’ (= de mensen om ons heen). Voor de Pakkers is ‘jij’ een instrument, een middel. Met dat instrument kan de ene Pakker (type 8) zijn ruimte, bezit en onoverwinnelijkheid veroveren (‘jij’ als onderdaan). Terwijl de andere Pakker (type 7) zijn onafhankelijkheid, levendigheid en veelheid kan garanderen (‘jij’ als supporter). De derde Pakker (type 3) ziet ‘jij’ als instrument om zijn scheppingsdrang te verwezenlijken (‘jij’ als productie-eenheid) en om zijn glanzende prestaties te spiegelen (‘jij’ als publiek).
Alle drie de Pakkers zien ‘jij’ als ‘vorm’ of ‘object’ waarmee ze enerzijds hun ego-ideaal kunnen uitdrukken en waaraan ze anderzijds hun ego-ideaal kunnen spiegelen. Heb je als type 8 bijvoorbeeld veel ‘onderdanen’, dan versterkt dat je onoverwinnelijkheid, terwijl bovendien de ‘onderdanige’ blik in hun ogen het stoffelijk bewijs is van je macht.
Voor de Werkers is ‘jij’ een geprojecteerde ‘ik’. ‘Jij’ is de ‘arme sloeber’ die gebukt gaat onder angst, feilbaarheid of gebrek aan koestering. Op de een of andere manier heb ‘jij’ hulp nodig, zo ervaren de Werkers. Ook hier is alle energie op ‘buiten’ gericht waarbij de ‘jij’ fungeert als object waarop de eigen identiteit wordt geprojecteerd.
Dit ‘object’ moet de hulp en offers wél aanvaarden. Geen aanvaarding betekent immers geen redding voor de geprojecteerde ‘ik’ en dus ook niet voor de echte ‘ik’. Want daar gaat het allemaal om: via ‘hulp’ van de ‘jij’ én de aanvaarding van die hulp is de weg vrij om een ‘beloning’ te ‘pakken’.
Welke beloning?
De ene Helper (type 6) ontvangt solidariteit, kameraadschap en zekerheid als de ‘jij’ aan de geboden hulp gehoorzaamt. De andere Helper (type 2) ontvangt dankbaarheid, afhankelijkheid en aandacht als de ‘jij’ de goedbedoelde wil volgt. En de derde Helper (type 1) ontvangt superioriteit, foutloosheid en integriteit als de ‘jij’ de met kracht geuite ‘reparaties’ uitvoert.
Ook hier zien we dat de energie gericht is op de vorm. De drie Helpers richten hun zintuigen op daar ‘buiten’. Via een uitvergrote waarneming herkennen ze dáár pas hun eigen gemis en verlangen. Eenmaal waargenomen, richt hun hulp zich op compensatie van het gemis en inlossing van het verlangen. Volgt de ‘jij’, dan is dat een bewijs voor de eigen goedheid en mag de beloning geïnd worden.
Terugtrekkers keren naar binnen
De Terugtrekkers vormen ten opzichte van de Pakkers en Werkers een aparte groep wat betreft de energiebesteding van het brein. Waar Pakkers en Werkers zich richten op de wereld, is de energierichting bij de
Terugtrekkers omgekeerd: op zichzelf. Je zou kunnen stellen dat de Terugtrekkers de hoop op een voedende wereld hebben opgegeven. En is het foerageren 'buiten' te gevaarlijk, dan is er misschien 'binnen' nog iets te vinden. Vanuit die ‘wetenschap’ ligt het voor de hand om autonomie, veiligheid of aandacht in jezelf te zoeken.
Kenmerkend is het gedrag bij stress. Waar de Pakkers en Werkers bij stress de neiging hebben om zich meer extravert te gedragen, zien we bij de Terugtrekkers een toenemende introverte tendens. In dat geval wordt de bedreiging buiten gehouden door nog meer in zichzelf te keren.
De ene Terugtrekker (type 4) vindt bevrediging in het opgaan in de eigen gevoelens. Alle wisselende innerlijke roerselen worden tot op de laatste druppel uitgeknepen met als resultaat een voortdurend zelfbesef. Slechts korte momenten van interactie met ‘buiten’ zijn voldoende om de gevoelens opnieuw op te poken en intens te voelen hoe ‘anders’ en ‘afwijkend’ de ‘ik’ feitelijk is. Veel prikkels van ‘buiten’ worden geweerd, omdat dan de innerlijke gevoelsstroom wordt getemperd. Zolang dit proces van zelfbewustzijn voortgaat, is dit type voorzien
van aandacht.
De andere Terugtrekker (type 5) kiest ervoor op te gaan in de eigen gedachten. Gevoelens worden nu geëlimineerd als zijnde storend voor het voortgaan van het denkproces. Hoewel observatie van de buitenwereld de bron van het denken vormt, is die observatie zelf van korte duur. Al snel gaat het brein in hoog tempo de geobserveerde feiten diepgaand ontrafelen. Zolang het brein in dit proces verwikkeld is, is dit type redelijk voorzien van een gevoel van beheersing en veiligheid. Prikkels van ‘buiten’ maken dit type nerveus, omdat het denkproces wordt verstoord.
De derde Terugtrekker (type 9) heeft een bijzondere vorm van innerlijke bevrediging, namelijk door gedachten én gevoelens ongedifferentieerd te laten. Het denken en voelen is al snel één grote brei, waaruit allerlei fantasieën kunnen opborrelen. En wat één is, laat zich niet kennen. Vele prikkels van ‘buiten’ komen terecht in de vredig klotsende ‘brei’ en blijven daar onbewust meedeinen. Zijn er veel prikkels, dan dreigt alsnog gedachtevorming, wat er toe leidt dat ook dit type veel (eisende) prikkels uit de weg gaat. Zolang het brein in
deze vorm van ‘bewustzijnsslaap’ verkeert, is dit type redelijk voorzien aangezien het een vredige innerlijke heelheid ervaart.
Pro-actief of afwachtend
Pakkers en Werkers zijn de ‘doeners’ in onze samenleving. De Pakkers nemen daarbij het initiatief en de Werkers willen gemakkelijk volgen en invloed uitoefenen om, gedurende de uitwerking van dat initiatief, de ontwikkelingen conform hun ego-ideaal te laten verlopen. Volgt de Werker een contrafobische strategie dan toont het type zich onafhankelijk en autoritair. Volgt de Werker een fobische strategie dan is de geboden ‘hulp’ afgestemd op een externe autoriteit en toont het gedrag voorzichtig.
De Terugtrekkers zijn de ‘wachters’ in onze samenleving. Met de energie gericht op het eigen innerlijk is het vanzelfsprekend dat minder energie overblijft om ‘buiten’ te beïnvloeden. Deze ‘zuinigheid’ is op vele manieren merkbaar. Inbreng, aanpassing, intensiteit en voortgang van vele processen gaan nét even wat gematigder, bescheidener en trager dan bij de Pakkers en Werkers. Daarbij is steeds de tendens merkbaar om (een overdaad aan) prikkels te ontlopen. Dat de terugtrekkende strategie koppelt met de - + life position is dan ook geen verrassing.
Overigens kunnen Terugtrekkers, als ze zich veilig voelen, zeer van zich doen spreken. Is de omgeving vertrouwd en zijn de betrokkenen bekend dan kan de Terugtrekker zich plotseling uitbundig, fel, praatgraag of druk gedragen, zeker binnen zijn of haar interessegebied !